EEN OFFICIËLE PLECHTIGHEID IN OOSTERLAND IN DEN JARE 1794 DOOR L.A. CAPELLE SCHOOLMEESTER JACOBUS APPEL KRIJGT EERVOL ONTSLAG OP „BREEDLOPIGE" MANIER Op toevallige wijze kregen wij enige jaren geleden inzage in de oude en vergeelde acta, daterend uit het jaar 1794, waarin in grote lijnen medede ling gedaan wordt hoe het in die dagen toeging.wanneer de dorpsschoolmees ter van betrekking wilde veranderen, en er een andere meester benoemd dien de te worden. We willen eerst onder ogen zien hoe de oude meester zijn eervol ontslag verkreeg en ten tweede hoe de verkiezing plaats vond ter vervulling van de ontstane vacature. Gelijk bekend stond de dorpsschool in die dagen onder het beheer van de Kerkeraad, en tevens onder beheer van de plaatselijke Ambachtsheer. Wanneer zo'n vergadering bijeenkwam, droeg deze de naam van Collegium Qualificatum. Dit was een college bestaande uit de Kerkeraad, de Ambachtsheer of diens gemachtigde en vertegenwoordigers van het plaatselijk bestuur, het geheel onder presidium van de plaatselijke predikant. Onnodig is te vermelden dat in deze tijd alle mensen te Oosterland, en trouwens overal in deze regio, Hervormd waren, zodat wanneer er sprake is van een kerkeraad of predikant, men de Hervormde bedoeld. Onder voorzitterschap van de toenmalige plaatselijke predikant: Ds. Jeremias Schoenmakers, had op vrijdag de zesde juni 1794 in de consistorie te Oosterland een vergadering van het Collegium Qualificatum plaats, waar behalve de praeses, aanwezig waren van de kerkeraad de ouderlingen: Franke Patmos, A. van der Wielen, L. de Wilde en Dirk van Don. Verder de diakenen: L. van Swaan en Dirk van den Ouden. Van de Ambachtsheerlijkheid waren aanwezig de representant van de Hoogedelgestrenge Heer en Mr. N. Steengracht, Heer van Oosterland, Sir- jansland en Oostersteijn enz. enz.de Weledelgestrenge Heer Thomas Liens, baljuw dezer hoge heerlijkheid, in gezelschap van schepen W. Doelman. Het doel van deze bijeenkomst wordt door de praeses, Ds. Schoenmakers, uit eengezet, nl. het feit dat voor hem verschenen is Jacobus Appel, school meester, voorlezer, voorzanger en koster in de gemeente alhier, welke hem de wens te kennen heeft gegeven om van de voormelde betrekkingen eervol ont heven te mogen worden. De reden van dit verzoek is helaas niet bekend. Na dat meester Appel de consistorie was binnengeleid, lichtte hij zijn ver zoek om ontslag toe, en verliet hierop de bijeenkomst. De aanwezigen be sloten na enige besprekingen het ontslag van de schoolmeester te aanvaarden, echter met dien verstande dat door hem eerst een behoorlijk verslag zal ge daan worden van de door hem beheerde administratie van het tweede kerke- zakje (rondgang ten behoeve van de diaconie)De meester werd binnengeroe pen en beloofde dit te doen in alle „naarstigheid". Daar hij door dit ant woord zijn genegenheid en bereidwilligheid getoond had, heeft het Colle gium Qualificatum hem met volle eenparigheid en heilbede op de meest eer volle wijze zijn ontslag verleend met onderstaand getuigschrift, op een zegel van drie stuivers: „Heden is voor het weledel en weleerwaarde Collegium Qualificatum van Oosterland verschenen: Jacobus Appel, vooralsnog Schoolmeester, Voor- 96

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1978 | | pagina 98