Het was in 1945 zaak het openbare vervoer in het gehele vervoergebied,
waar geen enkele hoofd- of lokaal-spoorweg loopt, snel weer op gang te
brengen. Autobussen om de tramdiensten te vervangen waren in de eerste
na-oorlogse jaren niet te krijgen en zo werd besloten het tramnet te
herstellen en zo goed mogelijk te verbeteren. Het herstel van de tram
baan gelukte dankzij de goede medewerking van het personeel en van
derden wonderwel. De hoge ontvangsten uit de exploitatie in de eerste
jaren maakten het bovendien financieel mogelijk, want zoals reeds ver
meld: de grote bedragen aan oorlogsschade die moesten worden uitbe
taald, lieten aanvankelijk op zich wachten.
Ook de autobussen van de firma Van Oeveren verschenen op Schouwen-Dui-
veland weer ten tonele; nu niet op de oorspronkelijk gereden lijn van
Zierikzee naar Eikerzee en Ellemeet, voor welke lijn geen vergunning
meer was verkregen, daar zij als een doublure van de tramlijn werd be
schouwd, maar tussen de Westhoek en Zierikzee, welke lijn Van Oeveren
van de oorspronkelijke eigenaar had overgenomen.
In 1950 werden de autobusvergunningen in Nederland voor een tienjarige
periode opnieuw verleend. Een combinatie van een drietal autobusonder
nemers in het vervoergebied van de R.T.M. had zich verenigd in de „N.V.
de Eilanden" met het doel in het gehele gebied het personenvervoer tot
zich te trekken. De R.T.M. wist, vóór de vergunningverlening, met de
drie autobusondernemers tot overeenstemming te komen. De vergunningen
voor het onderhouden van alle autobusdiensten in het vervoergebied van
de R.T.M. zouden op naam van R.T.M. worden gesteld. De drie betrokkenen
bleven, in verhouding tot de oorspronkelijke toestand, deel hebben aan
het openbare vervoer op de eilanden en deelden in de opbrengsten vol
gens een bepaalde sleutel. Die samenwerking is voor alle partijen
vruchtbaar gebleken: zij heeft niet alleen tot een hechte samenwerking
geleid, maar ook tot betere vervoersmogelijkheden en een betere ver
standhouding tussen reizigers en R.T.M.
In 1953 werd Schouwen-Duiveland evenals vele andere delen van ons land,
met name in de Delta, andermaal getroffen door een ramp: de watersnood
ramp van 1953. Met uitzondering van een 7 km.-lang traject in de West
hoek - driemaal daags bereden met autobussen in aansluiting op de als
noodvoorziening ingestelde bootdienst Zierikzee - Burghsluis - en een
met veel moeite onderhouden autobuslijn tussen Zierikzee en Brouwers
haven, waarvan het trajekt gedeeltelijk onder water stond, was er in de
eerste maanden na de ramp geen ander openbaar vervoer op het eiland.
Eerst in 1954 kwam het eiland geheel droog en kon opnieuw aan de bouw
van het openbaar vervoer worden begonnen. Mede in verband met de her
verkaveling werd tot opheffing van het trambedrijf besloten.
Uit de vergoeding voor de geleden oorlogs- en watersnoodschade kon een
modern autobus- en vrachtautobedrijf worden opgezet met voor het vracht
vervoer een goederenloods te Zierikzee en voor de autobussen een moder
ne garage te Burgh. Het goederenvervoer is aan het einde van de jaren
zestig overgegaan naar Van Gend en Loos, zodat de R.T.M. zich geheel
kon concentreren op het personenvervoer. Toen Schouwen-Duiveland nog
een eiland was geschiedde dat ten dele met autobussen met aanhangers
om de grote vervoersstoten, vooral in de zomermaanden, van beide veer
diensten uit Rotterdam en Roosendaal naar de Westhoek op te kunnen vangen.
96