architectonische deel van het ontwerp aan een bekwaam architect, Johannes
van Es kon overlaten. Johannes van Es was sinds 1761 stadsfabriek en zoon
van de timmerman-architect Bartholomeus van Es, die van 1728 tot 1761 de
zelfde functie bekleedde. Een in verval geraakte stad als Zierikzee bood
weinig mogelijkheden aan een stadsarchitect om creatief bezig te zijn. Dat
Johannes van Es over voldoende capaciteiten beschikte bewijst het orgel
afdoende. Het ontwerp toont een weloverwogen conceptie, gebaseerd op de
klassieke regels der bouwkunst.
Schema van maatverhoudingen van het orgel. Toelichting in noot 35.
Lootensnauwkeurige opgave van de afmetingen stelt ons in staat iets meer
van de achtergronden van het ontwerp te weten te komen. Wanneer we de door
hem opgegeven maten onderling vergelijken blijken in de hoofdstructuur
steeds veelvouden van een modulus van 3 voeten voor te komen (hierna aan-
37