crates, die leefde van 460-370 voor Christus, bij plaatselijke of
algemene ontstekingstoestanden toegepast. Misschien is ze ontsproten
uit de ervaring van de geringere pijngewaarwording bij hoog leggen van
een getroffen lichaamsdeel 1)Daar plaatselijke en algemene ontste
kingen, ook alle onbegrepen koortsen, toegeschreven werden aan bedor
ven bloed, meende men er goed aan te doen een bepaalde hoeveelheid
bloed aan het lichaam te onttrekken. De ingreep geleek op het tegen
woordig nemen van een bloedproef voor laboratoriumonderzoek of het ont
nemen van een hoeveelheid bloed bij een donor. Na omsnoering van de
bovenarm werd de opzwellende elleboogader met een klein mesje ingesne
den, waarna het bloed enige tijd met een vrij krachtige straal behoor
de te spuiten. Een chirurgijnsleerling ving het op in een gereed gehou
den schaaltje. Oorspronkelijk waren er variaties in de plaats van de
aderlating, terwijl ook, althans in de middeleeuwen, een gunstige ster
renstand, vastgelegd in de astrologie, van betekenis werd geacht. Soms
leek enig gunstig effect te resulteren, maar vaak was de ingreep tever
geefs en kon zelfs schadelijk zijn bij veelvuldige toepassing.
Desondanks is dit medische hulpmiddel tot in de 19e eeuw in gebruik ge
bleven. Het is vrijwel ondoenlijk hier alle verdere aspecten ervan te
belichten, evenals van andere locale ingrepen als het koppen zetten,
cautheriseren eri nog andere.
In de 18e en 19e eeuw is de toepassing van bloedzuigers bij plaatse
lijke ontstekingen nog in gebruik geweest.
Hoewel wij nu wat kritisch staan tegenover de vroegere geneesmethoden,
was toch ook vroeger de geneeskunde naar het woord van de 16e eeuwse
Zierikzeese medicus Levinus Lemnius: „ars maxime plausibilis"de het
De aderlatingGravure van Abraham Bosse (18de eeuw).
50