„Roseghaert"Hij was behalve arts te Zierikzee ook lijfarts op het
kasteel Sandenburg bij Veere, destijds een humanistisch centrum, be
woond door een bastaardfamilie van Bourgondië, die verschillende kun
stenaars en geleerden, waaronder Erasmus, begunstigde. Jason Pratensis
woonde te Zierikzee in de „Vrouw Bolckwijfstraete"die lag oostelijk
van het zuidelijk deel van de Wevershoek; de kaart van Jacob van De
venter (1560) geeft het verloop ervan nog aan. Hij had enige kinderen
3), van welke een zoon Lieven, licentiaat in de geneeskunde, prakti
seerde in Goes en Brouwershaven. In de laatste stad beledigde hij de
gemeente-secretaris en mishandelde hij zijn vrouw, jonkvrouwe Joes van
der HoogeToen zijn vader in 1558 overleed, was hij „gedetineerd" in
Jeruzalem, vermoedelijk door een boete-bedevaart. Een kleindochter Da-
niële, dochter van Appolonia a Prato en de baljuw Michiel Cornelis
Eeuwoutse (Siewel) huwde met Levinus Lemniuszoon Willem.
In Veere -is nog belangrijk geweest de arts Johan Wouters, die Vesalius'
„Epitome", de samenvatting van diens hoofdwerk „De Fabrica", in het
Nederlands vertaalde en later als hoogleraar in Leuven Vesalius' nieu
we inzichten heeft uitgedragen. Werden zo de anatomische inzichten van
Galenus in de 16e eeuw enigermate aangetast, diens fysiologische op
vattingen hebben niet alleen gedurende de middeleeuwen, maar ook nog
tot in de 17e eeuw het geneeskundig denken ten dele bepaald. Ze kunnen
als volgt kort worden samengevat. In het lichaam zijn vier lichaamsvoch
ten of humores: bloed, slijm, gele gal en zwarte gal, en drie levens-
adems of spiritus: in het bloed, in het zenuwstelsel en in de lever.
In het hart is de ingeboren lichaamswarmte, die met spiritus vitalis
(te vergelijken met onze zuurstof) het bloed in het lichaam met een
heen- en teruggaande kracht (als bij de ademhaling) verplaatst. Een
goed evenwicht van de vochten heette krasis, een gestoord evenwicht,
ziekte veroorzakend, dyscrasie. De terugkeer van het gestoord naar een
goed evenwicht was de crisis. Er waren vier constitutietypen, com-
plexies genaamd: het sanguineuze type, warm en volbloedig, het flegma
tische type, kalm, koel, gereserveerd, het cholerische type, gauw toor
nig of driftig, als bij hen waarbij „de gal overloopt", het melancho
lische type, de „zwartgalligen" vertegenwoordigend. Bij het laatste
moet worden opgemerkt, dat ook andere ziekten dan een depressieve ge
moedsstemming, zoals de toen ernstig verlopende scheurbuik, aan de
zwarte gal werden toegeschreven.
Verder kon plaatselijk een opstopping van bloed en bederf ervan pijn en
ontsteking veroorzaken. Ook het weer (de omgevende lucht) en de voeding
hadden grote invloed op het ontstaan van ziekten. Lemnius heeft dit
alles uitvoerig en speels beschreven in zijn fysiologisch-pathologisch
leerboekje „De habitu et constitutione corporis", dat in het Engels
vertaald is als „A Touchstone of complexions".
Ondanks het ontbreken van meetinstrumenten kende men toch reeds door
waarneming der uitwendige koortsverschijnselen een aantal ook nu nog
bekende koortstypen, die Lemnius ook heeft aangegeven. Bij besmettelij
ke ziekten veronderstelde men een vergif in de lucht. Van deze was de
pest de ernstigste; ze eiste zéér vele slachtoffers. Lemnius is, als
vele anderen (bijvoorbeeld ook Petrus Forestus) een dapper pestbestrij-
der geweest. Hij bezocht de lijders aan deze ziekte na gelaat en han
den met een aromatische vloeistof te hebben bevochtigd, en kauwend op
53