67 JAAR BURGEMEESTERSCHAP VAN DE FAMILIE VAN DER HAVE
IN OUWERKERK EN 99 JAAR IN OOSTERLAND EN SIRJANSLAND
DOOR G.J. LEPOETER
HET SIRJANSLANDSE GESLACHT VAN DER HAVE
Raadplegen we het omvangrijke werk „Bijdrage tot de genealogie van het
geslacht Van der Have" van C.L. van Es van der Have, dan valt het op
dat deze melding maakt van de Zierikzeese tak, de Brouwershavense tak
en de Sirjanslandse tak Van der Have. Omdat het niet bewezen en ook
niet aannemelijk is dat deze drie „takken", waarvan de Zierikzeese en
de Brouwershavense uitgestorven zijn, teruggaan op dezelfde stamvader,
komt het ons voor dat het beter is om te spreken van het Sirjanslandse
geslacht Van der Have dan van de Sirjanslandse tak. Het is uitsluitend
dit Sirjanslandse geslacht waaraan we hier aandacht zullen besteden.
Sirjansland en de naam Van der Have zijn als één begrip te beschouwen.
Het is waarschijnlijk dat de geslachtsnaam Van der Have haar ontstaan
vindt aan de ondertussen ingepolderde haven De Staart van Sirjansland,
die daar eertijds van betekenis moet zijn geweest en waar ook een be
hoorlijke kade langs was. Aan deze kade, dus bij de haven, woonde om
streeks 1550 Joost Mattheuszoon, wiens zonen Jacob en Mattheus werden
aangeduid als „van der Have".
Het restant van de ingepolderde haven De Staart3 zoals dat in voorjaar
1979 erbijlag. (foto M. de Go ff au)
4