De genoemde kade bestond nog in 1751, als men leest dat op 28 januari 1751 te Sirjansland de gerechtsdienaar Jan van der Have van Frans de Ronde diens „roer off snaphaan" opvordert, omdat deze persoon met dat geweer telkens „op de Staartse sluijs" en „op de kaaij" kwam. Van vóór 1632 hebben gedurende enkele eeuwen leden van het geslacht Van der Have het dorp Sirjansland als schepen en schout bestuurd of helpen besturen. Tenslotte zijn in het bestuurlijke vlak drie opeen volgende generaties er (als deel van de gemeente Ooster- en Sirjans land) burgemeester geweest. Ook mag niet onvermeld blijven dat vele Van der Haves in de loop van de eeuwen functies hebben vervuld binnen de Hervormde Kerk van zowel Sirjansland als van de andere plaatsen op Duiveland. Het is trouwens opvallend dat in dit geslacht de traditione le opvolgingen van vader op zoon een zo belangrijke rol spelen. In de opvolgende generaties zijn de Sirjanslandse Van der Haves hoe langer hoe meer verspreid, maar gedeeltelijk zijn zij tot op de dag van vandaag de oude bakermat trouw gebleven. Nog na de ramp, in de tweede helft van de jaren '50, woonde een familie Van der Have aan het eind van het Kerkpad te Sirjansland. Het is Jan Jobszoon van der Have (de zesde generatie sedert Joost Mattheuszoon)geboren te Sirjansland 19 mei 1697, die op 8 januari 1723 met kerkelijke attestatie van Sirjansland naar Ouwerkerk vertrekt en daar op de boerderij „Welgelegen" aan de Rampertsedijk bij het ge hucht Ouwesluis de basis legt voor de Ouwerkerkse tak, waaruit enkele generaties later de burgemeesters zullen voortkomen. Jan Jobszoon van der Have was in zijn jonge jaren niet één van de ge makkelijkste; ruzies met allerlei personen waren in die tijd aan de De met de ramp in 1953 geheel verdwenen boerderij Welgelegen aan de Rampertsedijk bij het gehucht Ouwesluis. Op de voorgrond het woonhuis van de boerderij 3 dat gebouwd is in de tijd dat de Van der Haves erop woonden3 daarachter het oorspronkelijke woonhuis. De grote schuur is in het begin van deze eeuw gebouwd. 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1979 | | pagina 7