Beschilderd, houten gewelf van de grafkapel van de ambachtsheren van Dreischor. Links ziet men nog een gedeelte van de bekroning van het grafmonument van Rieter Mogge. Foto: gan. 1978j Rijksdienst voor de Monumentenzorg3 Zeist. religieuze uitzien naar de hemel wordt vervangen door een moraliserend „memento mori". De verwijzingen naar dood en vergankelijkheid moeten dienen als excuus voor de pracht en praal van het grafmonument (dat zich vaak op de plaats bevindt waar vroeger een altaar stond)In plaats van de dode die biddend opziet naar Christus, zien we een statie portret, omgeven door personificaties van de deugd (welke overigens eerder verwijzen naar de deugden die bij de stand van de dode behoor den dan naar zijn persoonlijke deugdzaamheid)Waar de middeleeuwse grafsymboliek verwijst naar de eeuwigheid van de hemel na de kortston digheid van het aardse leven, wordt in latere eeuwen het grafmonument opgericht „ter eeuwige nagedachtenis" 16) van de gestorvene in de her innering van het nageslacht. Toch wordt tevens uitdrukking gegeven aan de hoop dat niet alleen het stenen grafteken, maar ook de deugd de dood overleeft: het monument van Mogge wordt bekroond door de fenix, het oude symbool van opstanding en overwinning, en in het middelste vak van het gewelf, boven het grafteken van de gebroeders Ockersse, zien we hoe de dodende tijd wordt verdreven door de deugd. 80

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1979 | | pagina 86