de tarieven bovendien sterk. De reizigerstarieven werden in 1917 met 20 verhoogd, in de eerste helft van 1918 nog eens met 50 en aan het einde van hetzelfde jaar wéér en zelfs met 75 Als men zich reali seert, dat in die jaren aan indexering van de kosten van het levenson derhoud nog niemand dacht - men kende zelfs het begrip niet - en er nog minder sprake was van het aanpassen van de lonen aan de kosten van het levensonderhoud, dan is het duidelijk, dat de grote tariefsverho gingen een negatieve invloed hadden op het vervoer met de R.T.M. Toen de naweën van de eerste wereldoorlog luwden kwam er weer een ande re kink in de kabel: de opkomst van de autobus en van de vrachtauto, om van de personenauto maar te zwijgen. Al deze vervoermiddelen hebben een grote flexibiliteit; autobus en vrachtauto zijn bovendien relatief goedkoop en daardoor ook - en met succes - door kleine ondernemers te exploiteren. Voor de uitoefening van autobus- en vrachtauto-diensten bestonden in de jaren twintig geen of onvoldoende wettelijke voorschrif ten, in tegenstelling tot de zeer vele bepalingen waar het vervoer over de rail aan gebonden was. Het minimum aantal ritten, dat dagelijks moest worden uitgevoerd, was in de concessie vastgelegd en varieerde bij de R.T.M. van zes tot acht. Daarentegen kon een autobusonderneming haar dienstregeling naar believen inrichten en was vrij in het aantal ritten dat men per dag wilde maken. Voorts waren de autobussen, door hun flexibiliteit, niet gebonden aan de meer of minder excentrisch ge legen stations, maar konden zij van elk punt in de gemeente, waarmede de plaatselijke autoriteiten instemden, vertrekken. Op Schouwen-Duiveland had het in dienst stellen van een drietal parti culiere autobusdiensten ruïneuze gevolgen voor het reizigersvervoer met de R.T.M. Eén dienst reed van het dorp Bruinisse uit naar Zierikzee over de dorpen Oosterland en Nieuwerkerk. De tramhalte Bruinisse lag in verband met de veerhaven te Zijpe tamelijk ver van het dorp. Ook Oos terland lag ten opzichte van haar tramhalte niet gunstig. En het dorp Nieuwerkerk had de R.T.M. in 1915 verlaten om een betere route te krij gen. Bovendien reden de autobussen te Zierikzee tot in de binnenstad, zodat het succes van de autobusdienst voor de hand lag. Het R.T.M.- station ligt en lag aan de noordzijde van Zierikzee, juist buiten de oude omwallingen. Nog meer concurrentie werd ondervonden van de rechtstreekse autobus dienst van de Westhoek naar Zierikzee, daar deze lijndienst een veel kortere route volgde, dwars door de polders, en de lange omweg meed die de tram langs de dorpen aan de noordrand van Schouwen moest volgen. Daar bovendien de dienstregeling van de autobusdienst zo was opgesteld, dat de autobussen enkele minuten vóór de trams uit de Westhoek vertrok ken en bovendien eveneens te Zierikzee tot in het hart van de stad doorreden, behoeft het geen verwondering te wekken, dat het belangrij ke vervoer tussen de Westhoek en Zierikzee - voordien 35 van het to tale lokale vervoer - voor de R.T.M. vrijwel geheel verloren ging. Als men nu tenslotte nog weet, dat ook Eikerzee en Ellemeet een rechtstreek se autobusdienst op Zierikzee kregen, begrijpt men dat de R.T.M. op Schouwen-Duiveland in grote moeilijkheden kwam. In 1937 werden in het gehele jaar nog slechts 76.000 reizigers vervoerd. Daarna nam het aan tal passagiers weer toe, omdat de R.T.M. een overeenkomst had gesloten met de ondernemer te Bruinisse - zoals dat netjes in het jaarverslag 93

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1979 | | pagina 99