geheel gevuld en gespuid worden, waarbij ook enige buisbreuken aan de dag traden. Met 3 ploegen was men toen bezig de aansluitleidingen te maken. Grote spoed was geboden. Zoals het jaarverslag over 1930 vermeldt, gingen velen er toe over zelf de dienstkraan in de straten open te zetten om na enige ogenblik ken „verheugd over dat lekkere water" te zijn. Er was in april en mei bo vendien grote droogte. „Ging het weer regenen, zodat de regenbak weer wat water bevatte, dan hadden we het gevaar dat de aansluitplicht vergeten werd". Velen wilden vlug aangesloten worden, omdat hun regenbak was uitge put, of zogenaamd „omme". Dat eerste water werd gratis verstrekt. Maar toen er zekerheid was over het goed werken van de installaties en nadat het water door het Laboratorium voor de Volksgezondheid te Utrecht was goedgekeurd, gingen de abonnementen per 1 juni 1930 in. De feestelijke opening vond op 3 juni 1930 plaats. DE EERSTE JAREN De tarieven Voor de klanten waren de tarieven natuurlijk belangrijk. Tot nu toe was praktisch de enige uitgaaf voor water het maken van een regenbak geweest. Verplichte aansluiting hield uiteraard ook verplichte betaling in. Zelfs vooruitbetaling bleek voor het lopende kwartaal te worden gevraagd. In augustus 1930 werden hierover in de Tweede Kamer schriftelijke vragen aan de minister gesteld door dsKersten: „Is den Minister bekend, dat bij een deel der bevolking van Schouwen-Dui- veland ernstig bezwaar bestaat tegen de verplichte aansluiting aan de wa terleiding, wijl hun woningen van goede regenbakken zijn voorzien? Is den Minister bekend, dat de waterleidingmaatschappij in de maand Juli reeds de kosten voor levering van water in de maanden Juli, Augustus en September invorderde, met bedreiging van 1,kosten, indien binnen 30 dagen na uitreiking niet was voldaan? Is de Minister bereid den dwang tot aansluiting op te heffen voor bestaan de woningen, als in Zuid-Beveland? Kan de Minister zijn invloed doen gelden, dat geen vooruitbetaling gevor derd wordt?" De minister antwoordde kort en bondig met neen, dat wil zeggen: „De vier vragen worden ontkennend beantwoord". Hij voegde echter nog iets toe. Wat de derde vraag betreft: „Blijkens de ervaring geeft een drinkwaterleiding onschatbare voordelen voor hygiëne en bedrijf: het inzicht daarin wordt dikwijls eerst later het deel van velen, die zich aanvankelijk verzetten. Zonder redelijke rentabi liteit, gegrond op de daarvoor noodige aansluitingen, kan een drinkwater leiding niet tot stand komen. Verplichte aansluiting is daarvoor onmisbaar De gemeenten van Schouwen-Duiveland hebben de keuze gehad tusschen ver plichting tot aansluiting en garantie van een zekere opbrengst. Zij hebben alle de verplichting gekozen, waarvan ontheffing mogelijk is voor bestaan de woningen binnen zekeren afstand van een hoofdbuis, indien die woningen 102

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1980 | | pagina 104