De rente voor leningen liep echter op. De oorlogsdreiging nam toe. Bij een besluit tot toetreding in oorlogstijd zou de NV niet tot uitvoering ver plicht zijn, zo was gesteld. Haamstede koos tenslotte eieren voor z'n geld. Er was al te lang gewacht. De raad ging op de voorwaarden in en in een spoedeisende vergadering van aandeelhouders op 5 augustus 1939 werd goed keuring verleend aan een garantielening voor Haamstede ad 98.000,te gen 3 5/8 plus nog 1/8 bankprovisieAlle 18 gemeenten namen nu deel in de NV. In 1940 kwamen de aansluitingen in Haamstede gereed. De werken in beide gemeenten werden in eigen beheer uitgevoerd. Circa 18 km. leiding werd gelegd, voornamelijk in stalen buis, de kleinere maten in asbestcementEr waren daartoe eind 1939 drie man in vaste dienst en vier op arbeidscontract. Voor deze uitbreiding waren ze aangevuld met „losse werklieden". Het was zwaar werk, alles ging in handkracht. Een zeer bedenkelijk verschijnsel was inmiddels aan het licht gekomen. Dat was de corrosie van het ijzeren leidingnet in de zoute ondergrond. Al di- rekt na de aanleg in 1931 bleek op enkele plaatsen de stalen aansluitlei- ding lek geworden. Dit kon nog geweten worden aan onzorgvuldigheid bij het aanbrengen van de asfalt-isolatiegevolgd door aantasting met doorroesten. Veel van die dienstleidingen werden de volgende jaren op lekkage gecontro leerd. Vooral de leidingen door de sloten bleken ingeteerd en moesten dan vernieuwd worden. Het jaarverslag over 1936 meldt voor het eerst officieel aantasting van een transportleiding. Hierdoor kwam Bruinisse op 14 mei zonder water. De vol gende jaren werd dit alleen maar erger. In 1937 worden al 14 storingen door corrosie vermeld, in 1938 20 stuks. Het verslag over 1939 zegt: „Steeds meer beginnen de plaatsen zich te openbaren waar het gietijzeren onbescherm de buizennet veel van corrosie heeft te lijden, zodat het invallen van ga ten in de buizen steeds meer plaats heeft". Dit had 37 storingen tot ge volg in dat jaar, in 1940 42 stuks. Bij nacht en ontij, regen of sneeuw, werk- of feestdag moest het personeel er dan maar weer op uit. Een zware en uitzichtloze taak. Gietijzeren buizen wegen heel wat meer dan de huidige van kunststof. En dat zonder machines en tegen de toen gebruikelijke lage lonen. Om van de langere werkdagen, transportfietsen, zaterdagarbeid en dergelijke maar niet te spreken. In 1940 kwam daar nog bij het werken op het vliegveld voor de bezetters met stalen helmen op. Ook werd in dat jaar op 13 mei het pompstation be schoten, gelukkig zonder slachtoffers. Op 17 september 1944 werd daar echter een medewerker bij een bomaanval gedood. Naast corrosielekken traden ook storingen op door lekke verbindingen, ver zakkingen en dergelijke; in 1939 11 maal. Dit is een meer normaal verschijn sel overigens. Aan storingen in de watervoorziening was de bevolking dus wel gewend. Som mige gebieden waren berucht, bijvoorbeeld de Schelpbaan in Ellemeet en Looperskapelle, maar evengoed Dreischor en Duiveland. Geklaagd hierover werd er nauwelijks. Er was ook weinig aan te doen. Wel waren er klachten in het eerste jaar over minder goed water bij gebrui kers aan zogenaamde dode einden van het leidingnet, met praktisch stil staand water. De remedie hiertegen was het plaatsen van brandkranen waarmee 105

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1980 | | pagina 107