geweren. Door het snel en energiek optreden van de vliegparkcommandant werd de crisis bezworen en werden de alarmstellingen enige tijd later weer bezet. Op 12 Mei werden wederom verschillende valse berichten verspreid, waarvan de bron niet kon worden vastgesteld en die het treffen van volkomen over bodige maatregelen ten gevolge hadden. Ditmaal heette het, dat te Zijpe Franse en Engelse troepen waren aangekomen, die de verdediging van het vliegveld Haamstede op zich zouden nemen. Uit vrees, dat dit bericht diende als camouflage voor de aanwezigheid van Duitse troepen te Zijpe, werden door de vliegpark-C. onmiddellijk officierspatrouilles op de wegen tussen Zijpe en Haamstede geplaatst. Uit een gehouden verkenning naar Zijpe bleek spoedig de onjuistheid van de melding. Daarna volgden waarschuwingen tegen Duitse officieren, die, in Hollandse uniformen gekleed, in auto's over het eiland zouden rondrijden en door valse bevelen en berichten wanorde trachtten te stichten. Bovendien zou een groot aantal Duitsers, gekleed in Nederlandse uniformen en in boerenkleding, per parachute op de eilanden zijn gedaald, enz. enz. Omstreeks 16.00 arriveerde te Zijpe per stoomboot uit Anna Jacoba een de tachement van 111-20 R.A. 8)ter sterkte van ongeveer 70 man, waaronder de Afd.C. en een achttal officieren. De afdeling was op 11 Mei, onder ach terlating van vuurmonden en materieel, uit de omgeving van Mill op bevel teruggetrokken. Onderweg was men het personeel van de le Batterij en nog verscheidene manschappen van de afdelingsstaf en de andere batterijen kwijtgeraakt. Voorlopig werd te Zijpe e.o. tot legering overgegaan. Op 13 Mei voerden een twaalftal Messerschmidts 110 tussen 4.00 en 5.00 wederom een aantal hevige beschietingen uit tegen het vliegveld Haamstede en omgeving, waardoor een zevental manschappen werd verwond en één gedood, beide manschappenbarakken afbrandden en alle nog onbeschadigde eigen vliegtuigen op één na in brand geschoten en vernietigd werden. Het ene niet beschadigde toestel werd daarna op bevel overgevlogen naar Noordwijkerhout. Het moreel van de 3e Comp.Bew.Tr. werd door de aanval opnieuw ernstig ge schokt Op deze dag werd C.-IVe Verkenningsgroep, op last van de Commandant van het Veldleger, onder de bevelen gesteld van de C.Z. 9)Deze belastte daarop C.-IV Verk.Gr. 10) met het bevel over alle zich op Schouwen-Duiveland be vindende strijdkrachten. Op de 14e Mei arriveerde te Bruinisse de kapitein, C.-Detachement vaartui- gendienst Haringvliet oost met een veertigtal manschappen. Dit detachement was op 13 Mei van Beierland naar Middelharnis op Overflakkee gevaren, waar na op 14 Mei per auto naar Herkingen was gereden. Vandaar werd per veer boot overgestoken naar Bruinisse, alwaar de commandant zich meldde bij de kapitein, die belast was met het organiseren van de verdediging van de oostkust van Duiveland. In de namiddag van die dag meerde in de haven van Zijpe de Franse Chasseur 9, kort daarop gevolgd door de Chasseurs 6 en 41. Deze schepen hadden van C.Z. opdracht ontvangen, verkenningen uit te voeren. In de nacht van 14 op 15 Mei vertrokken zij naar Zierikzee, waarna zij de Oosterschelde opvoeren en een beschieting uitvoerden tegen de Zuid-Beve- landse kust tussen Wemeldinge en Yerseke. Op 15 Mei werden instructeurs, leerlingen-vlieger en technisch personeel van de vliegschool van het detachement Haamstede (negen officieren en om streeks tachtig onderofficieren en minderen)op last C.Z. te Zierikzee ingescheept op de Bath. I, voor overtocht naar Breskens via het kanaal door 114

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1980 | | pagina 116