Na zijn overlijden werd hij in 1697 opgevolgd door zijn zoon, David de Huy bert (1659-1700), schepen, raad en burgemeester van Middelburg. Hierna was ambachtsheer: luitenant-generaal van de cavalerie Johan of Jan de Huybert (1652-1701). Samen met zijn vrouw, Catharina Cornelia de Huybert, kreeg hij het grootste monument in de Burghse kerk, een obelisk van rood marmer, ge flankeerd door twee medaillons van wit marmer; onderaan ziet men een strijd- tafereel met een trofee van wapens en vlaggen. Elisabeth de Huybert werd in 1701 zijn opvolgster; zij werd vervolgens in 1703 opgevolgd door Pieter An- thonie de Huybert en tenslotte in 1721 door Pieter de Huybert. Het slot was ook voor deze bezitters hun woon- of zomerverblijf. De meesten van hen stierven jong en allen werden in de fraaie door hun familielid ge stichte kerk ten grave gebracht. De prachtige marmeren graftomben en kuns tig gesneden wapenborden, omgeven door acht of zestien kwartieren, laten de rijkdom van de De Huyberts zien. Toen in april 1789 op last van de patriot- tenregering die tekens van voorname afkomst moesten verdwijnen, verhuisden de los aan de muren hangende wapens naar de zolder van Kraayenstein en van daar in 1808 naar het slot Moermond en keerden in 1923 weer terug in de Burghse kerk. De reeks van bezitters volgende, vinden wij Pieter de Huybert, die werd op gevolgd door zijn zuster Catharina Henriëtte de Huybert, die door haar hu welijk met mr. Nicolaas van Hoorn op 15 augustus 1729 de heerlijkheid en het slot over zag gaan op haar echtgenoot. In mannelijke lijn stierf in 1788 als laatste Pieter Anthonie de Huybert; hij was kolonel en kamerheer in dienst van keizerin Maria Theresia. De Van Hoorns stammen uit een Vlissingse poortersfamilie. In hun wapen voe ren zij in goud een rode dwarsbalk, aan de bovenzijde twee zwarte paarde koppen met korte hals en beneden een zwarte jachthoorn met de grote opening naar rechts. Helm met goud-zwarte wrong en goud-zwarte helmkleden. Helmte- ken: de jachthoorn. Schildhouders: twee zilveren eenhoorns. Wapenspreuk: „Electus a Deo beatus" (Zalig de van God verkorene) Het slot Craijestein. 1695, volgens een tekening en plattegrond, van Hildemisse. In vergelijking met Smallegange uit dieselfde tijd (zie de afb. op blz. 5) lijkt Hildemisse wat betreft de gebouwen gedetailleerder te hebben gewerkt. 12

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1980 | | pagina 14