Joost de Kater stamde uit een Zierikzees geslacht. Als zoon van Jan de Ka ter en Elisabeth Swemer zag hij in Zierikzee het levenslicht en werd er op 25 juni 1773 gedoopt. Hij moet een begaafd man zijn geweest, want al op 21- jarige leeftijd wordt hij als schout en secretaris van Burgh genoemd onder de ambachtsheer mr. Nicolaas Johan van Hoorn. Ook was hij in 1794 reeds ontvanger „der Kerke Plaatse en Arme goederen". Mogelijk waren er familie banden tussen beide families Van Hoorn en De Kater. De tijd van de oligar chie (familieregering) was nog juist niet afgelopen! Twee jaar later, op 2 juni 1796, huwde hij te Burgh met Lena de Glopper, dochter van Job Adriaanse de Glopper en Maatje P. Waling. Zij was toen nog geen 21 jaar oud en was de jongste dochter van de zeven kinderen van De Glopper. Waar het echtpaar De Kater - De Glopper woonde, is niet met zeker heid te zeggen. Mogelijk toch reeds voor 1800 op Kraayenstein; hoewel De Kater nog geen eigenaar was, kan hij pachter zijn geweest. Let wel: Van Hoorn, die in 1804 te Vlissingen overleed, verbleef alleen 's zomers korte tijd op Kraayenstein Tussen 1797 en 1815 worden zes kinderen geboren in de familie De Kater - De Glopper: Elisabeth Susanna 1797, Jan 1800, Maatje 1804, Susanna 1805, Nico laas 1807, Gilles Adriaan 1815. De Kater had twee zusters. Een broer Nico laas huwde in 1796 de Haamsteedse Pieternella Willemina Vis. Op 20 juli 1808 verkocht de weduwe van Nicolaas Johan van Hoorn, Isabella Geertruida Verschoor, Kraayenstein met 43 gemeten landerijen aan Joost de Kater. De volgende ambachtsheer, jhr. mr. Jan Cornells Reinier van Hoorn, zoon van genoemde weduwe, die ook te Vlissingen was geboren, noemt zich dan ook niet meer „Van Kraayenstein", maar alleen Heer van Burgh en Westland. Van Hoorn, o.a. lid van de Raad van State en lid van de Tweede Kamer, was echter daarom niet minder belangrijk. Dat De Kater reeds voor 1808 op Kraayenstein woonde, blijkt uit de huwelijks akte van Susanna Cornelia de Kater met Jan Isebree Moens, burgemeester van Bommenede en Bloois en secretaris van Brouwershaven. Daarin staat uitdruk kelijk, dat zij op 2 december 1805 op slot Kraayenstein onder Burgh was ge boren. Mr. J.M. Moens, de schoonvader van genoemde „juffrouw De Kater", werd in 1794 vermeld als zaakwaarnemer van opperdijkgraaf mr. Nicolaas Johan van Hoorn. Moens werd in 1808 in de koopakte als secretaris van het college van president en schepenen der stad Zierikzee genoemd en tevens als gevolmach tigde optredend voor „De Weledelgeboren Vrouwe I.G. Verschoor weduwe van wijlen de Weledelgeboren Heer N.J. van Hoorn." Men schreef dan letterlijk: „Na het omkomen der drie zondaagse geboden te leveren transporteren en in regten vrijen eigendom over te dragen aan Joost de Kater, het Slot Kraayen stein no. 27 met deszelfs schuur en verder getimmerten, bepoting en beplan ting met de nombre van drieenveertig gemeten negenenveertig roeden koorn- land, wei en boomgaard, gelegen in de polder Burgh en Vrije gemeten aldaar en staande ten veldboeke van voorzegde polder bekend aldus". Van de opsom ming van de gronden in de verschillende bevangen volgen hier enkele perce len, Ambachts Heeren Erve: Koornland genaamd het „Groote Lootje" belend met de vrije gemeten te Burgh, zuid Job de Glopper (schoonvader van De Kater)oost de Kakelstraat, noord de Hogeweg, groot 245 roeden. Koornland genaamd het „Kleine Lootje" belend oost en zuid deVrije gemeten te Burgh, west de Kakelstraat, noord de Hogeweg naar Westenschouwengroot 150 roeden. Koornland genaamd „Haastenburg" belend oost de Weeldeweg, zuid de hofstede van de erven M. Beukelaar (thans J.C. de Feiter)west Kraayensteinse dreef, 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1980 | | pagina 17