HOFSTEDE
LANDERIJEN,
PUBLIEKE VERKOOPING
De Kater, die vanaf 1794 als schout werd vernoemd, wordt na 1823 steeds met
de nieuwe naam burgemeester aangeduid. In deze jaren is hij ook de hoogste
belastingbetaler te Burgh. In 1828 is zijn zoon Jan de Kater penningmeester
van het armbestuur van Burgh. Zijn vader staat borg voor hem.
Op het kerkhof te Burgh, waar slechts twee grafstenen zijn te zien, ligt
er aan de zuidzijde van de kerk één van de De Katers. Er staan drie namen
op vermeld: de zoon Nicolaas, die in 1828 op 21-jarige leeftijd sterft en
zijn moeder Lena de Glopper, die een jaar later op 53-jarige leeftijd over
lijdt. Als derde naam is te lezen de hier genoemde Joost de Kater. Inwonend
bij zijn zoon op Kraayenstein overleed hij op 16 mei 1851. De Kater moet in
vele opzichten een man van formaat zijn geweest. De Zierikzeese schilder
Jacob Richter heeft dit in zijn geschilderd portret uit 1844 goed weten
vast te leggen. Zo was hij dijkgraaf van de Burgh en Westlandpolderlid
van de Provinciale Staten van Zeeland en ridder in de Orde van de Nederland-
sche Leeuw. In 1841 besloegen de landerijen van Kraayenstein een oppervlakte
van eene
met
genaamd:
„HET SLOT KRAIJENSTEIN",
staande en gelegen onder
BURGH en HAAMSTEDE,
op Maandag 25 Junij 1883,
des voormiddag# 11 ure,
in de herberg van w. Speelman te Burgh.
zie eikzee,
H. L AIV E h"31 nIN.
1 88 3.
De omslag van het veilingboekje uit 1883, toen Kraijensteinwerd verkocht.
17