van 28 ha, 82 Voornse roeden en 20 Voornse ellen. Dit is ongeveer 70 gemeten 2)dus de boerderij was intussen 45 groter dan in 1808. Hierbij moet be hoorlijk wat bos zijn geweest. Op een stafkaart uit 1852 staat bos ingete kend direkt westelijk en oostelijk van het slot, dit alles binnen de buiten gracht, een oppervlakte van een kleine 2 hectare! In 1858 werden op Kraayen- stein 70 stuks dikke iepebomen en in 1860 nogmaals een aantal zware bomen verkocht, waaronder 7 stuks iepen van 80 tot 88 duimen middellijn (duim be doeld als centimeter) Intussen is Gilles Adriaan de Kater, geboren op 27 september 1815, de op volger van zijn vader geworden. Hij stond als akkerbouwer ingeschreven, maar door ziektes en sterfgevallen in de familie schijnt de interesse in de landbouw weggeëbd te zijn. Ook de malaise in de landbouw rond 1870 zal hem parten hebben gespeeld. Er worden gronden van Kraayenstein verkocht. De Kater huwde tweemaal. Zijn eerste vrouw was Adriana Johanna Bernardina Ferleman, geboren te Ooltgensplaat op 16 augustus 1817. In 1851 is zij over leden, in hetzelfde jaar als haar schoonvader. Ook van hun zes kinderen overlijden er vijf op jonge leeftijd. Joost de Kater Jr.de enig overgeble ven zoon, vertrok op 37-jarige leeftijd (1880) kort voor de verkoop van Kraayenstein naar Sint-Annaland In 1852 huwde zijn vader een tweede maal, nu -mët een rooms-katholieke vrouw uit Zierikzee, Cornelia Paulussen. Na de verkoop in juni vertrokken zij met hun dochter Anthonetha Cristina op 15 september 1883 naar de stad Tholen. Onder de grotere boeren was het in die tijd „mode" om een schaapskudde te hebben. In 1864, 1865 en 1866 wordt dan ook melding gemaakt van inwonende schaapherders, te weten Marinus Guiljam en Petrus de Wilde, beiden uit Tho len. Vanzelfsprekend werden ook steeds inwonende dienstbodes genoemd, die meestal maar één jaar (van mei tot mei) bleven. Op maandag 25 juni 1883, „des voormiddags elf ure", vindt op verzoek van G.A. de Kater de publieke verkoping van Kraayenstein plaats. Notaris mr. J.C. van der Lek de Clercq brengt het slot en aanhorigheden met 11 ha bouw en weiland onder de hamer. Het zal te Burgh een drukte van belang zijn ge weest in de herberg van Speelman (thans supermarkt Bouwman-Kloet)Het was kermis te Haamstede en daardoor had iedereen een vrije dag. Trouwens, de verkoop van een oud kasteel was een niet alledaags gebeuren. Koper werd Simon Bartel Vis, telg van een gezaghebbend boerengeslacht uit de Westhoek. Zijn drie jaar oudere broer Pieter Lieven Vis, in 1836 op de ouderlijke boerderij aan de Meeldijk geboren, woonde toen in de Wilhelminapolder op Zuid-Beveland. Hij had op de boerderij aan de oostzijde van het kanaal de functie van „zetboer" (bedrijfsleider) Bijna 25 jaar heeft de familie Vis-Kosten daar gewoond, alvorens zich in 1893 op Kraayenstein te vestigen. Vis had inmiddels van zijn broer Simon Kraayenstein gekocht. Het nieuwe huis was intussen gereed gekomen. Hun oudste zoon Willem had op 22 juli 1890 de eerste steen gelegd. Boven de voordeur is dat nog te lezen. In 1885 werd een bestaande houten schuur vernieuwd tot een lengte van 30 en een breedte van 13 meter, met twee dorsvloeren. De westzijde werd L-vormig met 5 meter verlengd. De „dorsfoto" maakte men hier. Rechts hiervan, aan de zuidzijde dus, bevond zich de grote „tarwetas", waar ongeveer 7 gemet tarweschoven in gingen, wat in 225 mud kon resulteren. Ook werd er een piezel in de schuur gemaakt (opslagruimte met houten vloe ren en vakken voor verschillende soorten „gedorsen" 3) graan)In de schuur is een enorme 10 meter lange en vierkante eiken balk te zien, die niet af komstig is uit het afgebroken kasteel, maar uit een gesloopt olieschip. De 18

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1980 | | pagina 20