verkracht. Zijn funktie zal zeker de oorzaak geweest zijn van de zware straf
die hij kreeg. Hij moest boetes betalen van 60 pond aan zijn baas, de baljuw,
en 10 pond aan de stad. Voor zonsopgang moest hij de stad en poortambacht,
het rechtsgebied rond de stad, verlaten. Hij werd tien jaar verbannen en
mocht pas weer terugkomen, als hij een bedevaart naar Jeruzalem had gemaakt.
Wanneer hij toch terugkwam en niet aan de eis had voldaan, zou hij ter dood
worden gebracht 9)
ROME
Rome was door het martelaarschap van Petrus en Paulus na het Heilige Land
het belangrijkste pelgrimsdoel van de christenen geworden. Hier verrezen
christelijke kerken die de grootste van de wereld zouden zijn. De pausen
hadden als opvolgers van Petrus in Rome hun zetelHet teken van de Romegan-
gers waren de gekruiste sleutels die Petrus ontvangen had.
Concurrentie had Rome van het Heilige Land en Santiago de Compostella. Het
aflaatsysteem vond in Rome zijn hoogtepunt. Pelgrims werden aantrekkelijke
aflaten in Rome in het vooruitzicht gesteld. De Romegangers brachten geld
mee, dat nodig was voor de bouw van groter en prachtiger kerken. Door alle
heiligdommen in Rome te bezoeken kon men in de 14de eeuw een aflaat krij
gen van enkele tienduizenden jaren. Het zien van de zweetdoek van Veronica
leverde alleen al een aflaat van 14.000 jaar op voor de pelgrims die van
over de Alpen kwamen. De aflaatmogelijkheden, die ook aan andere kerken toe
gekend moesten worden, waren daardoor sterk aan inflatie onderhevig. Om Ro
me. aantrekkelijk te houden voor de pelgrims weird het bezoeken ervan gelijk
gesteld aan een bezoek van het Heilige Land. Alleen op die manier kon men
geld bijeen brengen voor de kerken. Met de ongekende verfraaiing van Rome's
Sint Pieter ging de geloofwaardigheid van de Roomse kerk sterk achteruit.
De ongebreidelde aflaathandel, die het systeem op de been moest houden,
bleef één van de voornaamste misstanden in de kerk van Rome.
In enkele Zierikzeese rechtsregels zijn bedevaarten naar Rome opgenomen als
strafmogelijkheid. Philips de Goede stelde in 1426 enkele regels vast be
treffende het stads- en dijkrecht. De graaf bepaalde dat personen die bij
moord zich met de nabestaanden verzoenden en niet direkt gegrepen waren,
ook al hadden zij een akkoord getroffen met de baljuw, niettemin twee jaar
verbannen bleven en bedevaarten naar Rome en Santiago de Compostella moes
ten maken op straffe van terdoodbrenging 10)
In het Keurboek van 1485 werd bepaald dat iemand die zelf een gegeven vrede
verbrak zonder dat iemand verwondingen werden toegebracht, bestraft zou
worden met een boete van 30 pond (de baljuw een derde, de stad een derde en
de kerk een derde) en een bedevaart naar Rome. Was er wel sprake van verwon
dingen, dan werd de overtreder bestraft met een boete van 60 pond (dezelfde
verdeling) en eveneens een bedevaart naar Rome op straffe van het afhakken
van een hand. Bovendien was die bedevaart niet afkoopbaar en werd de over
treder „wetteloos" verklaard: hij mocht niet meer optreden als getuige of
zaken aanbrengen 11).
Ten aanzien van de slagers bepaalde het Keurboek van 1485 dat de slager of
iemand anders, die iemand het eerst een verwonding toebracht door met of
zonder wapen te slaan, naar Rome moest op straffe van het afhakken van zijn
hand 12)
Van vonnissen geveld door het gerecht van Zierikzee was beroep mogelijk bij
de graaf. Van Herwaarden vond bedevaarten naar Rome terug in het archief
van het Hof van Holland, Zeeland en West-Friesland.
29