zonsopgang moest hij de stad en haar rechtsgebied hebben verlaten. Marinus mocht pas weer terugkeren als hij een bedevaart naar Halle had gemaakt en daarvan een deugdelijk bewijs had overgelegd. Na zijn terugkeer moest hij op de eerstvolgende zitting van het gerecht verklaren dat hij spijt had van d'e gesproken woorden en God, de baljuw en de justitie om vergiffenis vra gen 61) In 1568 stond Lodewijck de cleermaeker terecht. Hij had bekend dat hij zijn overleden kind, ten prooi gevallen aan de pest, zelf begraven had op het kerkhof van de Sint-Lievensmonsterkerk zonder een priester en de ceremonies van de kerk. Hij verklaarde dat hij dit niet met opzet had gedaan en dat hij er veel spijt van had. Behalve het betalen van boetes moest hij voor zons opgang vertrekken om een bedevaart te gaan maken naar „Onser Lyever Vrouwe te Halle buyten Bruyssele". Na overlegging van een „behoirlijck document" mocht hij terugkeren in de stad. Op de eerstvolgende rechtszitting na zijn terugkeer moest hij „biddende God almachtich ende die Justitie om vergeve- nisse zeggende t is hem hertelijck leet te zijne" op straffe van geseling met de roeden 62) In het Vlaamse Geraardsbergen worden de relieken van Sint Adrianus bewaard. Adrianus was een heidens hoofdman, die zich bekeerd zou hebben bij het zien van de standvastigheid van een aantal christenen, die hij naar hun martel plaats moest begeleiden. Ook hij werd daarna gemarteld door het slaan met ijzeren staven op zijn benen, waarna zijn hand werd afgehouwen. De 15 personen die naar Geraardsbergen moesten, zijn allen veroordeeld in de periode 1494-1502, slechts in 1520 komt nog één veroordeling voor. In 1498 hadden Scoen Cornelis de soutdraeger en zijn vrouw Lievine, de echtge note van Elyaen Janszes, Cateline, uitgescholden voor „diefachtege hoer". Ze moesten elk een boete van 10 pond aan de baljuw betalen. Het gerecht vond het kennelijk nuttig de echtelieden een poosje uit elkaar te houden, want Scoen Cornelis moest ter bedevaart naar Sint Adriaan in Geraardsbergen en Lievine naar Sint Adriaan in Dreischor. Voldeed Scoen Cornelis niet aan het vonnis, dan zou hij zijn hand verliezen en Lievine in dat geval een lid 1. St. Adalbert in Egmond 2. O.L.V. in Amersfoort 3- Heilig Kruis In Kranenburg 4. O.L.V. op Zee 5. St. Adriaan in Dreischor 6. Heilig Kruis in Tholen 7. O.L.V. in Aardenburg 8. St- Lieven in Gent 9. Heilige Drie Koningen in Keulen 10. O.L.V. in Aken 11. St. Adriaan in Geraardsbergen 12. O.L.V. in Halle 13. St. Hubertus in de Ardennen 14. St. Matthias in Trier 15. O.L.V. in Luxemburg Bedevaartplaatsen in de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden en het westen van Duitslandwaarheen Zierikzeese veroordeelden op straftede vaart gezonden werden. 38

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1980 | | pagina 40