we Coppe Thone die soutmeter, die in overspel leefde en daarvoor al twee keer eerder was gestraft. De vierschaar veroordeelde hem in 1512 tot dezelf de boetes. Ook hij moest 10.000 stenen aan de kerk leveren en een bedevaart gaan maken naar Egmond op straffe van het afhouwen van zijn hand 71). Thone die soutmeter, die in overspel leefde en daarvoor al twee keer eerder was gestraft. De vierschaar veroordeelde hem in 1512 tot dezelfde boetes. Ook hij moest 10.000 stenen aan de kerk leveren en een bedevaart gaan maken naar Egmond op straffe van het afhouwen van zijn hand 71). Naar Onze Lieve Vrouwe in Amersfoort werden 11 personen gezonden. De eersten waren Jan Gillisz. van Huesden en zijn vrouw Geyle wegens prostitutie in 1492 72)Twee jaar later werd Geyle wegens datzelfde feit weer veroordeeld tot een bedevaart, ditmaal naar Halle 73). De laatst veroordeelde was Magdalena Wisse de backster. In 1518 heerste de pest op z'n hevigst en de raad had besloten dat haar huis gesloten moest blijven. Magdalena hield zich hier niet aan en daarom werd zij veroordeeld tot onder meer een bedevaart naar Amersfoort 74) ZEEUWSE BEDEVAARTPLAATSEN Onze Lieve Vrouwe op Zee was een kapel in de duinen van Schouwen, ten noor den van de tegenwoordige vuurtoren, die in het begin van de 17de eeuw onder het zand verdween. Zonder twijfel was de kapel bedoeld voor de zeevaarders. Mogelijk betrof het hier een gekerstende plaats, waar voordien de godin Nehalennia vooral in de 2de en de 3de eeuw werd vereerd. Nabij Domburg en in de schaar van Colijnsplaat werden dergelijke heiligdommen gevonden. In 1907 waaiden de fundamenten van deze kapel bloot om drie jaar later, in 1910, weer onder het zand te verdwijnen 75) Een bedevaart naar Onze Lieve Vrouwe op Zee werd aan 36 personen als straf opgelegd bij wat kleinere vergrijpen. Het opleggen van bedevaarten naar plaatsen ver buiten Schouwen zal men in deze gevallen als een te zware straf hebben beschouwd 76) De oudst bekende bedevaart is die van Ebaert Diericz., die in 1490 wegens schelden tegen de burgemeester werd veroordeeld. Hij moest vijf pond aan de baljuw betalen en drie roeden muur (laten) metselen binnen 18 dagen. Was de muur niet binnen die tijd klaar, dan moest hij nog eens drie roeden muur extra laten metselen. Bovendien moest hij voor zonsopgang op reis gaan naar O.L.V. op Zee; wanneer hij dit niet deed, zou het topje van zijn pink wor den afgehakt 77) De bedevaart naar O.L.V. op Zee werd vooral opgelegd aan een groepje, dat gezamenlijk een vergrijp pleegde. Dat ondervonden Willem Heinez. in de mo len, Jan Mont, Michiel Airtsz. en Sebastiaen Mathijsz., die 's nachts voor burengerucht hadden gezorgd bij het huis van Willemyne in de Nobelstraat. Ze werden in 1492 veroordeeld tot een boete van vijf pond elk en een bede vaart naar O.L.V. op Zee op straffe van het afhakken van een hand 78). Op 26 mei 1508 werden maar liefst negen personen veroordeeld. Ze hadden s nachts in of bij het klooster Sion bij Noordgouwe een groot aantal bomen gestolen. Ze kregen een boete van elk drie pond opgelegd en een bedevaart naar „Onse Vrouwe up Zee in den duyne". Brachten ze geen bewijs mee, dan zou de top van hun duimen worden afgehakt. Binnen veertien dagen moesten ze aan de kloosterbroeders de schade vergoeden 79) In 1520 werden Willem Tonisz. mareman, Jan Willems met de baard, Thonis Janss. smit, Lenaert Janss. smit en Oelle Pier Oelle veroordeeld. Ze hadden gedobbeld, wat door de stadsraad was verboden. Ze moesten elk vijf pond aan 40

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1980 | | pagina 42