de baljuw en een half pond aan de stad betalen. Op straffe van een dubbele boete moesten ze een bedevaart naar O.L.V. op Zee gaan maken 80) De laatste twee veroordelingen dateren uit 1570. Pieter Kempez. en Ieman Gillis, geboren in Zuidland, werden veroordeeld wegens het niet goed verbe teren van hun dijkgedeeltePieter Kempez. had zijn knecht Ieman Gilles op dracht gegeven om de dijk te verhogen met grond uit de voet van die dijk. Pieter Kempez. moest een boete van tien pond betalen en met zijn knecht bin nen acht dagen op bedevaart gaan naar O.L.V. op Zee, daarvan een bewijs mee brengen en een toorts offeren in de Sint-Lievensmonsterkerk in Zierikzee van vier pond was. In de vierschaar moesten ze voor de Gemeente-burgemees ter en de heemraden God, de baljuw en de justitie om vergiffenis vragen en uiteraard moest ook de dijk op behoorlijke wijze hersteld worden en dat al les op straffe van een zwaarder vonnis 81) Ook Sint Adriaan te Dreischor wordt vermeld als bedevaartplaats. Op 19 ok tober 1498 stond voor het Zierikzeese gerecht Suete Callaers terecht. Op de markt verkocht ze pluimvee, toen twee andere vrouwen hetzelfde kwamen doen. Suete, beducht voor concurrentie, riep de vrouwen toe: „Willecoeme in 's duvels name" en probeerde de kopers met allerlei bedreigingen ervan te weer houden om bij haar concurrenten te kopen. Ze werd veroordeeld tot een boe te van drie pond voor de baljuw en van duizend stenen voor de stad, te be talen en te leveren binnen 14 dagen op straffe van het dubbele aantal ste nen. Tot Kerstmis mocht ze niet meer op de markt staan op een boete van twintig pond. Voor zonsopgang moest ze voor een bedevaart naar Dreischor vertrekken 82) Eliaen Clais Dau had koren door zijn vrouw naar de molen laten brengen, zon der dat de daarvoor verschuldigde rechten waren betaald. In de vierschaar werd hij veroordeeld op 19 december 1505 tot boetes van 20 pond aan de bal juw, drie pond aan de stad en het alsnog voldoen van het verschuldigde recht. Hij moest een bedevaart naar Dreischor gaan maken en daarvan een be wijs meebrengen op straffe van het afhakken van zijn duim 83) De verering van Sint Adriaan in Dreischor ging ook na de Reformatie nog door. Noq in 1597 klaagde ds. Anthonius Laurentiusz. Stamperius over de verering van Sint Adriaan en de Roomse geest in Dreischor 84) De laatste Zeeuwse plaats, waarheen slechts één persoon ter bedevaart werd gezonden, is Tholen. In 1512 meldde Pieter Hughe Boom die decker zich op het stadhuis om zijn beurt te vervullen bij de wacht buiten de poorten. Pie ter protesteerde en riep tot de klerk van de baljuw: „ic en sal daer nyt gaen, ic en passe op u nyt", wat er ook van komen mag. Hij bedreigde zelfs de klerk: „hadde ic u hyr beneden, ic soude u een daege (korte degen) in u lijf steke"Hij werd veroordeeld tot het betalen van een boete van vijf pond aan de baljuw en een half pond aan de stad. Voor zonsopgang moest hij de stad verlaten en mocht pas weer terugkeren als hij een bedevaart naar Tholen had gemaakt. Op het altaar van de kapel van het Heilig Kruis moest hij daar een kaars van een half pond was offeren en dat alles op straffe van het afhakken van een vinger 85) 41

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1980 | | pagina 43