JOB GOMMERSZ.
ALS VEREERDER VAN DE HEILIGE MOEDER ANNA
UITINGEN VAN DE ANNA-DEVOTIE OP
SCHOUWEN-DUIVELAND IN DE LATE MIDDELEEUWEN
DOOR J.A. BRANDENBARG
April 1565. Na een lange, strenge winter wordt het eindelijk voorjaar 1).
In de roef van een schip dat terugkeert uit Antwerpen, zit een jongeman
ijverig te schrijven. Zijn naam is Job Gommersz., die met zijn 21 jaren al
secretaris van Nieuwerkerk is en bovendien lid van de rederijkerskamer „De
blaue Akoleyen" van zijn woonplaats. Wat hem naar Antwerpen voerde, weten
we niet. Wel zijn we op de hoogte van wat hij die bewuste dertiende april
1565 schreef.
P.J. Meertens ontdekte een zwaar beschadigd handschrift in de Koninklijke
Bibliotheek te Den Haag met drie toneelstukken en een vijftiental refreinen
van deze Nieuwerkerkse rederijker 2)Het achtste refrein is geschreven
op de stokregel weerkerende regel die dienst doet als refrein)„Lof
Anna moeder de wortel van Jesse". Boven het gedicht staat de opmerking:
„Den xiijen aprilis In tsGips rouf van handtwerpen"Job Gommersz.
doet zich in dit gedicht en ook in het volgende, dat zeer nauw samenhangt
met het achtste refrein, kennen als een vurig vereerder van de Heilige Anna
en haar dochter Maria
De belangstelling voor de Annadevotie is de laatste jaren sterk toegenomen,
in het bijzonder als socio-historisch studieobject. Dat is vooral te danken
aan het inspirerende artikel van Lène Dresen-Coendersgetiteld: „Machtige
grootmoeder, duivelse heks. Speurtocht naar de samenhang tussen heksenver
volging en de verering van de grote moeder Anna op de drempel van de nieu
we tijd" 3)waarin zij wijst op de explosieve toeneming van de verering
van St.-Anna in de laatste decennia van de vijftiende eeuw tot aan de Re
formatie.
Een inmiddels geproduceerde serie hagio-geografische kaarten, waarop de
verspreiding van de verering van St-Anna in Nederland gerubriceerd is, on
dersteunt die visie. Toont de eerste kaart voor de periode tot 1400 slechts
enkele vindplaatsen, de tweede (voor de periode 1400 - 1600) geeft een
overweldigende toename te zien: kerken, altaren en kapellen worden aan haar
gewijd; er worden beelden, schilderijen e.d. vervaardigd met Anna als stra
lend middelpunt. Het accent valt daarbij heel duidelijk op de periode rond
1500.
De resultaten van een onderzoek naar tekstmateriaal waarin Anna een rol
speelt, wijzen in dezelfde richting 4)Anna blijkt rond 1500 bijzonder
populair. Mevr. Dresen roept in haar artikel op tot interdisciplinair onder
zoek naar de achtergronden en de betekenis van dit verschijnsel op het
breukvlak van middeleeuwen naar renaissance. In dit artikel wordt een po
ging gedaan om daarbij aan te sluiten en te speuren naar uitingen van de
verering van St-Anna op Schouwen-Duiveland. De genoemde refreinen van Job
Gommersz. zijn als een typisch produkt van zijn tijd te beschouwen en kun
nen als uitgangspunt dienen om de achtergrond van de Annadevotie toe te
lichten.
Met dat doel leggen we een tamelijk lange weg af: eerst wijden we aandacht
aan de rederijkerskamers om de positie van Job Gommersz. duidelijk te ma
ken; vervolgens bespreken we de geschiedenis van St-Anna, zoals die in de
45