Veelal werd bij een schenking als voorwaarde gesteld, dat de gilden ziels-
missen zouden opdragen voor de overleden weldoener(s)(Zie ook par. 2.)
De gecombineerde schenking aan het St-Anna- en Onze-Vrouwengeboortegilde
hoeft ons niet te verbazen. De twee devoties hangen nauw met elkaar samen:
St-Anna wordt uiteraard steeds in relatie met de geboorte van Maria gezien.
Beide gilden richtten zich in hun gebeden tot dezelfde groep heiligen en
zo konden de milde gevers rekenen op een krachtig pleidooi voor hun ziele-
heil op verschillende tijdstippen.
Maar wellicht speelden er op het charitatieve vlak pragmatischer overwegin
gen mee. Het schippersgilde telde uitsluitend mannelijke leden, terwijl het
merendeel der leden van het Onze-Vrouwengeboortegilde uit vrouwen bestond
(man:vrouw 1:4) 33). De armenzorg was op deze wijze gelijkmatiger over
de stad verdeeld.
d. Van het St-Annagilde zijn nog twee fraaie gildebekers bewaard gebleven
uit de achttiende eeuw, die zich thans in het Gemeentemuseum bevinden (zie
ill.)
e. Aan de buitenkant van de St-Lievensmonsterkerk bevond zich aan de noord
zijde een zg. Annawel. Over het gebruik van deze bron is niets bekend 34)
De relatie tussen St-Anna en water werd in het voorgaande reeds toegelicht.
Op diverse plaatsen werd aan „Annawatergeput uit de naar haar genoemde
bron, geneeskrachtige werking toegeschreven.
f. In zijn Zierikseesche straatnamen' noemt P.D. de Vos nog het bestaan
van een „Annastraat", die ter hoogte van de ingang van het Slingerbos gele
gen zou hebben. Hij baseert het feit op een mededeling in het „Waarheids
boek", waar men bij het jaar 1501 kan lezen:
„de St-Annastrate, daer de gemeene meyskens woenen" 34)
De Vos duidt de straat aan als de „rosse" buurt van Zierikzee. Bevestiging
van die bewering hebben wij niet kunnen krijgen uit andere bronnen.
II. Brouwershaven
a. Aan de Oostdijk stond een Annakapel. Heeringa vermeldt deze onder het
jaartal 1528 36)
b. In de Petrus- en Pauluskerk (St-Nicolaaskerk) was een altaar aan St-Anna
gewijd (1494).
c. Het Theobaldushospitaal bezat een altaar, dat gewijd was aan de heilige
Anna, Anthonius en Theobaldus. Grijpink noemt gegevens uit 1477/78 en 1494/
95.
d. Anna-vicarie in de Annakapel en in het Theobaldushospitaal. Gegevens
resp. uit 1538/39 en 1554/55. Een vicarie is een jaarlijkse rente uit gees
telijke goederen aan een clericus, gegeven als vergoeding voor een door
hem te stichten geestelijke bediening 37)
III. Koudekerke
Uit de jaren 1578/79 zijn enkele gildestukken bekend uit het nu verdwenen
59