daer ghy alsoe ons de schriftuere ghewaegt
50 Alleene opghynct, zulcx heeft god behaecht
De vyfthien trappen Inden tempel gewracht*
O maghet Maria houdt tmenschelyc geslacht
In hoede en met ons heel Duvelandt cleyn
Ende den Prince met der Geraepte- Loetens' macht
55 Plomp van sinne groyende Int ouwerkercsche pleyn
Ghy terwe greynkens* loeft haer al ghemeyn'
Die den Gods zone baerde uuyt de hooghste cerap(
Loeft haer als waerdige Patronesse reyn
Ende zegt concluderende met herten en zinne
60 Loff maghet Maria hemelsche Coninghinne
Toelichting bij refreinen:
afkortingen zijn opgelost (zie onderstreepte woorden)
weggevallen
onleesbaar/slecht leesbaar
u V is hier opgelost
NOTEN
1. N.K. Gottschalk, Stormvloeden en rivieroverstromingen in Nederland, II, Assen 1975,
blz. 602.
2. P.J. Meertens, Job Gommersz., een Zeeuws Rederijker uit het midden der zestiende eeuw,
in: Ts. voor Taal en Letteren 1926, blz. 245-284.
Zie ook: Letterkundig leven in Zeeland in de zestiende en eerste helft der zeventiende
eeuw, Diss. A'dam 1943, pag. 71 e.v.
3. Lène Dresen-CoendersMachtige grootmoeder, duivelse heks. Speurtocht naar de samen
hang tussen heksenvervolging en de verering van de grote moeder Anna op de drempel van
de nieuwe tijd, in: Jeugd en Samenleving 5 (1975), pag. 213-247.
Ook in: Vrouw, man, kind, Lijnen van vroeger naar nu, Ambo 1978.
Zie ook: De strijd om de broek, De Revisor 1978 (dec.).
4. Deze kaarten werden geproduceerd door drs. E. Muller onder auspiciën van de Stichting
„Werkplaats Wetenschap en Maatschappij" op basis van fichemateriaal van Prof. M. Zender
te Bonn en zullen elders gepubliceerd worden. De Stichting maakte ook mijn onderzoek
naar tekstmateriaal mogelijk, dat in het kader van een interdisciplinair onderzoek naar
de rolverschuiving van de vrouw in het begin van de moderne tijd nader geanalyseerd zal
worden
5. Voor dit hoofdstuk steun ik op: J.J. Mak, de Rederijkers, A'dam 1944; A. van Elslander,
Rederijkersstudiën, Gent 1969; G. Knuvelder, Handboek tot de Gesch. der Ned. Letterk.
I, 1s-Hertogenbosch 1970.
6. P.J. Meertens, Letterkundig levenpag. 115 e.v.
J. H. Meyling, Esbatementen van de Rode Lelye te Brouwershaven, Groningen 1946 (diss)
8. A.H.H. Bonekamp, Bronnen voor de bouwgeschiedenis van de voormalige Sint-Lievensmon-
sterkerk te Zierikzee. In: Bulletin van de Kon. Ned. Oudheidkundige bond, jrg. 70 2-3,
1971, blz. 38-49.
9. E. Wiersum, Een Zeeuwsche kalender uit de 16e eeuw. In: Archief Zeeuwsch Genootschap
der Wetenschappen 1908, pag. 47-63.
10. Het onderwerp werd door verscheidene rederijkerskamers gespeeld. Beroemd is het spel
dat in de vijftiende eeuw om de zeven ]aar te Brussel werd opgevoerd: „De Sevenste
Bliscap van Maria".
11. W.M.H. Hummelen, Inrichting en gebruik van het toneel bij Job. Gommersz. (1565). In:
Jaarboek van de Kon. Soevereine hoofdkamer van retorica „De Fonteine" te Gent, 1975 I,
pag. 7-58.
gemaakt
bij een verzamelde; twijgjes
(halmen)
korreltjes; gezamenlijk
69