Op een foto van de haven Beldert, gemaakt bij de nieuwe kraan in 1925, vin den we een „peeschuuve" en een „peekruwaegen" afgebeeld. Ook de boerenwae- gen" met de peeplanken en de z.g. smalle velgen aan de wielen maken deze foto erg interessant. Smalle vellingen zijn wielen met banden van 5 cm breed. Met deze foto zijn we op de haven van Dreischor, het z.g. Beldert, aange komen. Beldert was een van de oudere haventjes op Schouwen-Duiveland. Het had een beurtdienst op Rotterdam. Op zondagmiddag of -avond bij opkomend tij (bij laag water lagen de schepen in dergelijke havens op het slik: ge tijdehavens) vertrok de beurtschipper naar Rotterdam, dinsdagavond of woens dagmorgen was hij weer terug op Beldert. De beurtschipper had een vaste plaats op het eind van de haven aan de noordzijde. Deze plaats werd de schipperszaete" genoemd. De tweede vaste plaats was voor de turfschipper, de „turfzaete"Een „zaete" is een lig plaats in een getijhaven, waarop een schip bij laag tij droog kwam te zit ten. Deze „zaeten" moesten daarom gelijk zijn en vooral vrij van stenen. Wanneer er stenen op de „zaete" lagen (kwajongensstreken waren stenen in de haven gooien)kon het schip schade krijgen, zich lekzitten. Het onderhoud van de „zaeten" was een der taken van de havenmeester. Bij laag water was deze met „delflaezen" en „slikschoppen" aan het werk om de „zaeten" gelijk en steenvrij te houden. Andere taken van de havenmeester waren het innen van het haven- en kadegeld, het aanwijzen van de ligplaat sen en het bedienen van de sluis van de „spuipit". De „spuipit" was aan de oostzijde van de haven. Met opkomende vloed liep deze vol en werd de sluis gesloten. Bij laag water werd de sluis geopend De haven Beldert in 1925 met de pas in gebruik genomen kraan. Links op de foto: de „peeschuuve" en „peekruwaegen". Op de voorgrond: boerenwaegenmet peeplanken(Landbouwcatalogus ZLM) 75

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1980 | | pagina 77