worden. Deze centrale laadplaatsen waren tot enkele jaren terug Burghsluis,
Bruinisse en Brouwershaven. Nu wordt alleen de loswal te Brouwershaven nog
gebruikt. Eigen vervoer van de landbouwers is verleden tijd.
Tot ongeveer 1900 werden de landbouwprodukten bijna alleen via de beurt
schipper afgezet. Een uitzondering waren de granen en peulvruchten, deze
gingen voor een gedeelte naar de handelaren in Zierikzee.
Door het gebruik van kunstmest en meer opbrengende rassen werden de par
tijen voor de beurtschipper te groot. Vooral voor de aardappelen kwamen
de z.g. landcommissionairsdie de aardappelen voor de handelaren in de
grote steden opkochten en in de haventjes in meestal kleine schepen laad
den. De rassen Zeeuwsche Bonte en Blauwe waren zeer in trek in Amsterdam
en Den Haag.
Ook andere landbouwprodukten als uien, stro, hooi en vlas werden per schip
afgezet. De laatste waren echter voor de haventjes van ondergeschikt be
lang. Zeker 80 a 90 van de omzet waren suikerbieten.
De oude landbouwhaventjes hebben, voorzover ze niet verdwenen zijn of ge
sloten, een andere bestemming gekregen. Zij zijn ingericht als jachthaven
of, zoals op Viane, als scheepssloperijWie nu langs de drukke jachtha
vens of langs de afgesloten havens rijdt, kan zich niet meer voorstellen
dat slechts enkele tientallen jaren terug er hier in het najaar een grote
drukte was van schepen en boerenwagens
NOTEN
1. rondhouten ter verbreding van de zijkanten (Wdb. Ze. dial.1137 b)
2. disselbomen (id. 192 a).
3. verbindingen tussen voorstel en rondhout (id. 1204 b; 524 b) (Wdb. Ze. dial. Woorden
boek der Zeeuwse dialecten onder red. van dr. Ha.C.M. Ghijsen, Den Haag z.j.,- blijkens
het nawoord van de redactrice voltooid in aug. 1964)
79