Praktisch vijftig jaar later, 4 juni 1980, werd een geheel nieuw pompsta
tion in Haamstede naast het oude officieel in gebruik genomen. Dit verwerkt
naast het natuurlijke duinwater ook water uit het Haringvliet. Vijftig jaar
waterleiding op Schouwen-Duiveland is een goede aanleiding na te gaan hoe
de totstandkoming is verlopen en de verdere gang van zaken is geweest.
Er moest vijftig jaar geleden heel wat overleg aan de opening voorafgaan.
Dat had natuurlijk oorzaken. Het water kwam „voor niks" van boven en werd
in de regenbak verzameld. Dat ging bovendien al eeuwen zo. Waarom dus ex
tra geld uitgeven?
De waterleidinggeschiedenis begint al bijna 100 jaar geleden, in 1886.
Toen werden er plannen gemaakt voor een waterleiding voor Zierikzee alleen,
met winning bij SchuddebeursDit meer uit commerciële overwegingen, in
navolging van andere steden. Amsterdam was de eerste in 1853 met z'n Duin
water-maatschappij, met voornamelijk Engels kapitaal. De partikuliere Vlis-
singsche Duinwaterleiding was de eerste in Zeeland, in 1883 gesticht. De
concessie voor Zierikzee ging echter toen niet door.
Pas sinds 1909 werd er systematisch aan de totstandkoming van een water
leiding gewerkt. Door de sinds 1903 bestaande Gezondheidscommissie werd
een waterleidingcomité opgericht. Plannen werden gemaakt, boringen ver
richt, financiële steun gezocht.
In 1920 wordt dan tot de oprichting van de NV Waterleiding Maatschappij
„Schouwen-Duiveland" besloten. Het duurde nog 10 jaar vóór er water uit de
kraan kwam. Tot aan de fusie met andere Zeeuwse bedrijven in 1968 zou deze
NV de watervoorziening op het eiland verzorgen.
DE VOORGESCHIEDENIS
De gezondheidscommissie
Voor de watervoorziening van Schouwen-Duiveland in het begin van deze
eeuw zijn vooral de verslagen van de Gezondheidscommissie te Zierikzee van
belang. Dergelijke commissies werden in 1903 ingesteld op grond van de Ge
zondheidswet van 1901. Al deze commissies waren verplicht de drinkwater
voorziening te behandelen. Jaarlijks werden de bevindingen en handelingen
gepubliceerd. Deze zijn op zichzelf al interessant door de aangeroerde
zaken. Enerzijds doen die in onze tijd humoristisch aan, anderzijds stem
men ze door hun aktualiteit tot nadenken. De commissie constateert bij
voorbeeld privaten zonder de voorgeschreven afsluitbare deur. Verder
stankhinder en „te betreuren aanwezigheid van stenen vloeren".
De Gezondheidscommissie begon direkt met onderzoekingen naar de drinkwa
tervoorziening. In 1904 werd begonnen met een systematisch scholenonder
zoek. Van de 15 scholen die werden bezocht, waren er 8 waar helemaal geen
drink- of waswater aanwezig was. Bij verder onderzoek bleek dat van de
scholen die wel over regenwater beschikten, er 4 waren waarvan het on
deugdelijk was.
Adviezen om de regenputten schoon te maken of beter in te richten hadden
geen resultaat. Men concludeerde daarom dat de regenputten, met de bijbe
horende vervuiling van de goten en daken, „een zelfs maar aan zeer beschei
den eisen beantwoordende drinkwatervoorziening op deze scholen, blijvend
in de weg stonden". Dit was belangrijk, omdat het op de daken opgevangen
92