hemelwater bij schaarste in droge perioden aan de inwoners beschikbaar werd gesteld. Het ging dus niet alleen om de kinderen. Dezelfde toestan den als bij de scholen trof men aan bij particuliere woningen en bij pu blieke gebouwen zoals armenhuizen. De commissie noemde terecht de resul taten van haar onderzoek „niet schitterend" (1906). In 1907 kon de commissie wegens een gegrond bevonden klacht over veront reiniging van een regenbak het uitvliegen van duiven voor een bepaalde woning laten verbieden. Aangedrongen werd op het nemen van proeven met filters. Aan de samenstel ling en het onderhoud van die filters werd echter niet de nodige aandacht geschonken. Het resultaat was dan ook vaak dat het water nog slechter van kwaliteit was dan het zonder filtratie zou zijn geweest. Om praktische redenen moest van deze mogelijke verbetering van de waterkwaliteit worden afgezien. Ook de watermonsters van andere putten en van pompen, verspreid over het gehele eiland, toonden zeer duidelijk aan dat de toestand veel te wensen overliet, zowel in als buiten de bebouwde kommen. Dit vooral door het ont breken van een goede riolering, met als gevolg vervuiling van de bodem, dus ook van de pompen en de in de bodem geplaatste regenbakken. Deze wa ren immers wel eens lek; zo bijvoorbeeld die van de Ambachtsschool te Zie- rikzee, in 1904 gebouwd. In het jaarverslag over 1906 wees de Gezondheids commissie er dan ook op, dat de „dringende behoefte aan een waterleiding" door de verrichte onderzoekingen steeds duidelijker werd aangetoond. Ook in de gemeenteraad van Zierikzee werd toen de wens geuit de mogelijk heid van een drinkwaterleiding voor die gemeente te onderzoeken. Het water in ruim 50 van de woningen, dat wil zeggen van die met 1 tot 3 vertrek ken, bleek in de zomermaanden niet te voldoen aan de daaraan te stellen minimumeisen. Hierbij kwam, dat de hoeveelheid regenwater vaak niet voldoende was, voor al in droge zomers zoals in de jaren 1908 en 1911. Men moest dan water van buiten af invoeren. Ondanks de door de overheid uitgevoerde controle werd dan soms toch ondeugdelijk rivierwater uit de Maas aangevoerd en zelfs geconsumeerd, met alle risico's van dien voor de gezondheid. In 1908 werden biljetten aangeplakt om het water, ook het onderste uit de regen bak, eerst te koken. Uit Middelburg werd toen duinwater aangevoerd. De nortonpompen die geslagen werden, bleken in 1911 bij onderzoek bijna zonder uitzondering ook water te leveren dat voor de consumptie ongeschikt was. De commissie onderzocht trouwens elk jaar veel watermonsters. De apo theker in de commissie moet dat veel werk hebben opgeleverd. Ook voor het vee was er gebrek aan goed water. De zakputten in het land leverden onvoldoende, zodat er 's zomers drinkwater moest worden aange voerd. Het verslag over 1908 vermeldde, dat volgens een rapport van de Rijks Seruminrichting van 42 watermonsters uit voor het vee bestemde drink plaatsen binnen de gemeente Zierikzee er 27 niet aan de voor het doel te stellen eisen voldeden. Slechts in 1 van de 18 gemeenten was het steeds mogelijk de sloten rondom de weilanden vrij te houden van brak of om andere redenen, voor vee minder deugdelijk water. Nadat in 1888 op een concessie-aanvraag voor een waterleiding voor Zierik zee door de heren Hummelink te Vlaardingen en D.Q. Mulock Houwer, graan- 93

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1980 | | pagina 95