In de oorlog en de eerste jaren daarna echter kwam er van de plannen niets
terecht. De prijzen waren abnormaal hoog. Ook over de bedrijfsvorm moest
wegens de door sommige gemeenten gestelde eisen lang gesproken worden. Er
werd een aparte commissie ingesteld om de statuten te ontwerpen. Deze
slaagde daar in 1920 in, wat opnieuw bijeenkomsten met de gemeenten tot
gevolg had, vooral nu over de rentabiliteit.
Tien gemeenten stelden voorwaarden, met name over uitbreiding van het lei
dingnet in hun gemeente. Er was een nieuwe bespreking met het Rijksbureau
nodig. Aan vijf gemeenten kon niet worden tegemoetgekomen, onder andere
aan Nieuwerkerk. Die deed daarna echter wel mee, met de bepaling 10 jaar
lang de hogere aanlegkosten voor zijn rekening te nemen. De andere ge
meenten volgden ook, zodat in de vergadering van 21 juli 1920 geconsta
teerd kon worden dat alle gemeenten op Schouwen-Duiveland besloten tot
gezamenlijke oprichting van de NV.
Bij notariële akte van 24 september 1921 werd dan de NV Waterleiding Maat
schappij „Schouwen-Duiveland" opgericht, aangegaan voor 65 jaar, met een
maatschappelijk kapitaal van 2.250.000,De voorlopige Raad van Beheer
bestond onder andere uit de heren W.G. Boot, burgemeester der gemeente
Burgh, mr. H. Polvliet, secretaris der Gezondheidscommissie te Zierikzee,
H.H. Prakke, direkteur der Gemeente-gasfabriek te Zierikzee en A. van der
Weijde, lid der Provinciale Staten, te Ellemeet.
Adriaan van der Weijde, voorzitter van de raad van beheer van de NV Waterleidingmaatschap
pij ,£chouwen-Duiveland" van de oprichting af. Sinds 1904 lid van de Gezondheidscommissie
te Zierikzee. Lid van Gedeputeerde Staten van Zeeland van 1921 tot 1931.
97