Zoals de sjees 150 jaar geleden de glorie van de weg was, was de arreslede het glansnummer op het ijs of de sneeuw. Ook de arreslede was een produkt van de wagenmaker. Hiervan is wel een Zeeuws type bekend, een vrij grote slee, twee personen in de kuip, de voerman op het achterbankje en dikwijls met een span gereden. Eind vorige eeuw is het streektypische gerij meestal verdrongen door de meer uniforme Utrechtse wagen, vreemd genoeg hier ook wel Gelders wagentje genoemd. De buggy, de til bury, de dogcart en de break (brik) waren hier ook populair. De boerenwagen, die in de loop der tijden praktisch geheel de functie van het personenver voer verloren had, is de laatste 300 jaar nauwelijks van vorm veranderd. Ieder dorp had een eigen wagenmaker, het streektypische van de wagens is tot het eind van de jaren twintig van deze eeuw gehandhaafd. Een kenner zag aan kleine variaties op welk dorp en door welke wagenmaker de wagen ge maakt was; iedere wagenmaker had zijn eigen specifieke foefjes om zijn wagen herkenbaar te maken. De basisvorm in een bepaalde streek was altijd hetzelfde, maar op Goeree- Overflakkee bijvoorbeeld was de manier waarop een overloop aan de bovenzijde geschulpt was, typisch voor een bepaalde wagenmaker. De „afgang" van het oorspronkelijke type boerenwagen kwam in de jaren dertig van deze eeuw, de wagenmaker heeft toen nog gedurende 10 jaar de z.g. eenheidswagen gemaakt. De eenheidswagen of bakwagen, een model afkomstig uit Groningen, werd in geheel Zee land gemaakt op dezelfde uniforme wijze, een brede platte bak op een onderstel als bij het oude type wagen. Dit type wagen is tegen het eind van de jaren dertig snel verdrongen door de door de plaatselijke smeden gemaakte en later fabrieksmatig vervaardigde luchtbanden wagens; dit was tevens ongeveer het einde van een oude volkskunst, de wagenmakerij. 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1981 | | pagina 10