Nog meer werd het vliegveld aangepast aan de eisen van de moderne luchtnavigatie door op de terreinen van de Maatschappij Zeebad Nieuw Haamstede, waarvan de heer J. S. Korte- weg directeur was, een nieuw modern radiobaken te plaatsen met merkbakens vanaf Renes- se over de Oosterenban richting hoofdmerkbaken op het vliegveld. Het werd in 1938 over duidelijk dat de militaire luchtvaart meer en meer het oog liet vallen op het vliegveld Haamstede. De grote mogendheden in Europa werden steeds sterker betrokken in een wed loop naar oorlog en ook de kleine landen begonnen zich te bewapenen. Defensie moderni seerde haar luchtvloot o.a. door aankoop van de snelle jager Fokker G I en begon met een vliegeropleiding in Zeeland. Op het vliegveld Vlissingen kwamen de dienstplichtigen die een H.B.S.-B.-diploma hadden behaald, in de eerste klasse van de vliegschool, waar ze oefenden op Fokker S IV en Fokker S IX toestellen en wat Koolhoven-types. Hadden ze deze oplei ding met vrucht doorlopen, dan kwamen ze naar Haamstede om in de tweede klasse hun studie voort te zetten met zwaardere toestellen, o.a. de Fokker CIV. Daartoe werden barak ken gebouwd voor de vliegers in de zuidoosthoek, vlakbij boerderij Groenewoud. Doch een hangar was dringend nodig en daarom kocht Defensie van de Bank Mij. voor Hypothecair Crediet in Nederland, eigenaresse van bijna alle omliggende gronden rondom het vliegveld, een stuk grond. Op 8 juni werd voor de bouw van deze hangar vergunning verleend. Wederom werd in 1938 de Scheldevlucht gevlogen en gewonnen door Bik, een leerling K.L.M.-vlieger. Deze Bik kreeg de Scheldebeker en de zilveren meeuw was voor sportvlie ger Rollman. Er waren zweefvliegdemonstraties vanuit Walcheren georganiseerd. Opnieuw Elk jaar werden er op het vliegveld vliegdemonstraties gehouden, meestal samenvallend met de Nederlandse Rondvlucht of de Scheldevlucht. Hierbij een groot aantal op zijn zomers uitgedoste luchtvaart enthousiastelingen bij wie hoeden, petten en bretels nog een dagelijkse kledingbehoefte vormden. 108

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1981 | | pagina 110