De voerman ging met de wagen naar het land en moest de wagen alleen lossen, hij stond
dan links van de wagen, want de „liene" (leidsels) waar hij de paarden mee mende (hier dus
„mennen" in de andere betekenis), was ook aan de linker voortuit of rong gebonden. Met
een mesthaak trok de voerman de mest van de wagen, eerst achterlangs, daarna vanaf de
linkerzijde. Op deze manier verspreidde hij een lading in ongeveer 20 hoopjes mest in een
rij op het land. Wanneer de wagen gedeeltelijk leeg was, schoof de knecht de mestplank
naar achteren, waarbij deze achter de achterste rong bleef hangen en zo schuin achter de
wagen meesleepte, tot de gehele wagen leeg was.
Op deze manier werd ongeveer 12 voer mest op het „met" 41,68 are) gereden. Later
werd de mest gespreid en ondergeploegd, het land werd het volgende jaar dan meestal voor
bietenland gebruikt. Tijdens het „misrieën" zat de voerman voor op de „boomplanke" op
een bosje stro of een zak, gevuld met stro of met „snielingen" (gesneden stro, gebruikt als
veevoeder).
Manier waarop de mest tijdens het misrieënop de wagen geladen werd.
Wanneer de „mispit" na 1 of 2 weken „misrieën" uit was, werd de wagen schoongemaakt
en klaargemaakt om aardappels, uien e.d. te mennen. Hierbij werd de wagen weer in de oor
spronkelijke staat gebracht met zijladders en overloop; de achterladder werd meestal niet
gebruikt.
Aardappelen, uien en gedorst graan werden vervoerd in zakken, z.g. „zakgoed", van één
mud (1 hectoliter); ook de handel van dit soort produkten ging per mud, per inhoudsmaat
dus. Het gewicht echter van bijvoorbeeld een mud tarwe was typerend voor de kwaliteit
(droogte); regelmatig werd dus toch een mud gewogen en naar de kwaliteit werd uitbetaald.
Door dit systeem werd er regelmatig door de boeren met de inhoud van een mud geknoeid.
Bijvoorbeeld: de inhoud van een halve hectolitermaat moest met een strijkstok afgestreken
worden. Als men nu een kromme strijkstok gebruikte, kon men het mud meer of minder
groot laten worden, zoals dit in hun kraam te pas kwam. Soms waren de strijkstokken
Manier waarop „zakgoed" op de wagen geladen werd.
18