Gesmede onderdelen van de menwagen met enige versiering. (Foto van de auteur). teit van de bevolking. In Holland werden de wagens nog veel langer, tot in deze eeuw, door de kleine boeren voor personenvervoer gebruikt, verder vrijwel uitsluitend als hooiwagen, waarbij het voertuig nooit door de vette zware klei gezeuld hoefde te worden. Bovendien zal de zuinige aard van de Zeeuwse boer ook wel een rol gespeeld Rebben. Eenmaal per jaar werd er afgerekend met de boeren. Zoals al eerder gezegd: tussen wagen maker en smid bestond een hechte samenwerking, ook bij het afrekenen kwam dit weer tot uiting. In Dreischor heeft de betaling van smid en wagenmaker tot in deze eeuw plaatsge vonden op „Sintelooije". Dit was de derde dinsdag in november, de dag van Sint Eloy, de schutspatroon van de smeden. Ten huize van de smid, waar ook de wagenmaker aanwezig was, vond de jaarlijkse betaling plaats, 's Morgens werd er in de woonkamer koffie gedron ken. Alle boeren, die iets af moesten rekenen, waren 's morgens om ongeveer 11 uur aanwe zig en in de aangrenzende kamer werd er gelegenheid geboden om de nota van smid en wa genmaker te voldoen. Na afrekening werd er uiteraard een borreltje geschonken, de tabakspot ging rond en er werd uit lange Goudse pijpen gerookt, het werd meestal een gezellige bijeenkomst. Vervol gens werd er een eenvoudige broodmaaltijd geserveerd met eigen gebakken tarwebrood, pe kelvlees en kaas. Tijdens de maaltijd werd er thee gedronken, na de maaltijd kwamen de kruiken met bruin bier op tafel. Ongeveer 3 uur in de middag werd het „feestje" afgesloten. De heer A. Padmos uit Bruinisse, afkomstig uit Dreischor en aldaar geboren in 1892, heeft dit in zijn jeugd nog regelmatig meegemaakt, waarbij hij als kleine jongen onder de tafel de stukjes van de pijpen bijeenzocht. Later, toen Padmos zelf in het bedrijf zat, was dit stukje folklore reeds verdwenen en werden de nota's éénmaal per jaar (in de maand januari) ver stuurd, waarna deze geleidelijk betaald werden. Zo kon het voorkomen, wanneer iemand eind januari zijn klomp had laten repareren met een stukje blik, dat hij de nota van deze re paratie, ten bedrage van 3 cent, een jaar later in februari pas voldeed. 25

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1981 | | pagina 27