Een bijdrage tot de geschiedenis van de verloskunde in
Zierikzee (deel 1)
door Dr. C. M. van Hoorn
Inleiding
Een stedelijke vroedschap heeft zich in haar welzijnszorg van oudsher hoofdzakelijk op de
lokale sociale voorzieningen gericht, naast de bestrijdings- en voorzorgsmaatregelen bij epi
demische ziekten. Ook rekende zij het tot haar taak om de uitoefening van de verloskunde,
zoveel het in haar vermogen lag, te besturen. Het is interessant de ontwikkeling hiervan lo
kaal eens nader te bezien. In onderstaande schets is getracht een bescheiden bijdrage te ge
ven tot dit deel van de stadsgeschiedenis van Zierikzee.
Als bronnen hebben tot ongeveer 1800 in hoofdzaak gediend het register op de Stadsnotu-
len vanaf 1568 en de notulen van de vroedschap zelf, de zogenaamde Stadsresoluties, die in
Zierikzee bewaard zijn gebleven vanaf het jaar 1615. Na het jaar 1800 zijn veel gegevens ge
put uit de archieven van de plaatselijke „commissie van geneeskundig onderzoek en toever-
zigt" in het Gemeente-archief van Zierikzee, en de departementale commissie van dezelfde
naam in het Rijksarchief in Zeeland te Middelburg. Ook de Zierikzeese Poorterboeken, het
plaatselijke bevolkingsregister en de kerkelijke registers werden geraadpleegd. De overige
bronnen zullen in de tekst en in de literatuurlijst worden aangeduid. De namen, gages en
mutaties der vroedvrouwen en vroedmeesters en enkele andere fragmenten worden om hun
lokale betekenis in kleine letter gedrukt, teneinde de hoofdtekst zo weinig mogelijk te sto
ren.
Oudheid
Van de in de Griekse en Romeinse tijd levende artsen, die over zwangerschap en verloskun
de hebben geschreven, moge hier worden gewezen op de „vader der geneeskunde" Hippo
crates 460-377 v.C.), de belangrijke Romeinse medicus Celsus 30 v.C.- 45 n.C.),
en de in Rome praktizerende Galenus (130-200 n.C.). Naast hen is ook van grote betekenis
geweest de natuuronderzo^ ,<er Aristoteles (384-322 v.C.). Plinius (23-79 n.C.) heeft in zijn
Naturalis Historia, naar latere beoordeling nogal veel fabuleuze dingen gezegd, ook over de
voortplanting bij dieren en mensen. De eveneens in de eerste eeuw onzer jaartelling levende
Soranus van Ephese schreef een leerboek over zwangerschap en verloskunde Gynaecia
waarin hij ook wijst op de eisen die men aan een goede vroedvrouw mag stellen, naast haar
kennis en ondervinding. Na hem hebben de Arabische artsen Rhazes 850-930 n.C.) en
Avicenna (980-1037 n.C.) over sexualiteit, zwangerschap en verloskunde geschreven. Dit al
les gebeurde ver buiten ons woongebied. Maar deze auteurs hebben gedurende de middel
eeuwen en nog in de 16e eeuw ook in Europa veel invloed gehad.
27