Middeleeuwen Verder was tijdens de middeleeuwen, als voortzetting van de in het Byzantijnse rijk gelden de normen, in Europa de menselijke samenleving allerwegen integraal met het gezag der Kerk verbonden. Mede daardoor werd aan de loop der sterren in de Goddelijke kosmos een bepalende invloed toegedacht op 's mensen levensloop vanaf de geboorte, hetgeen tot ui ting kwam in de astrologie en horoscopie. In Zierikzee kan in deze toen algemeen aanvaar de visie een rol hebben gespeeld. Mr. Jan die visikere van den Briele, die in het jaar 1328 als nieuwe stadsburger in de Poorterboeken werd ingeschreven. Hij was de „physicijn", een ge neesheer of geleerde, die op grond van zijn „kennis" van de astronomie ook de prognose bij ziekten meende te kunnen bepalen. In deze tijd hebben ook enige middelnederlandse geschriften gecirculeerd, die de sexuele geheimen van de vrouw voor hen die konden lezen, openbaarden. Zo was er in de 13e eeuw het aan de bekende Jacob van Maerlant toegeschreven Van smeinsen Ledeeen vrije bewer king van De Natura Rerum (over de dingen der natuur) van Thomas van Cantimpré. In de 14e eeuw waren er nog enige geschriften, waarin onder meer met de sexualiteit verband houdende onderwerpen werden genoemd: in het Boec van Medicinen in Dietsche het hoofd stuk Van Heymelicken medicinen in vrouwen, in 1351 Der Mannen en Vrouwen Heimelic- heit, in 1360 Der vrouwen heimelicheidHet laatste was een bewerking van het aan de priester-medicus Albertus Magnus toegeschreven De Secretis Mulierum (over de geheimen der vrouwen). In dit leerdicht1* staan, evenals in de ervoor genoemde geschriften, getuigenissen vermeld van de hiervoor aangeduide Griekse, Romeinse en Arabische schrijvers. Deze omvatten vele voor ons nu wezensvreemde dingen: negatieve opvattingen over de menstruatie, het ont staan van een kind uit mannelijk èn uit vrouwelijk zaadvocht, de mogelijkheden om het geslacht van een te verwekken kind te bepalen, de invloed van schrik en fantasie (het „ver zien") bij de zwangere op het kind en de invloed van de maan en de sterren op de baring, en nog andere invloeden, die wij nu zouden kwalificeren als „bijgeloof'. 16e eeuw Na de uitvinding van de boekdrukkunst in de 15e eeuw, is de tevoren geschreven kennis op velerlei gebied in ruimere kring verspreid, althans voor diegenen, die konden lezen. In 1514 verscheen Tregement der ghesondheyt,2) dat ook hoofdstukken over zwangerschap en verloskunde bevatte. In 1515 werd Sonarus' Gynaecia vertaald in het Duits en uitgegeven in Straatsburg. Een jaar later kwam de Nederduitse vertaling, getiteld Den Rosegaerf van den bevruchten vrouwen, dat verschillende keren is herdrukt. Het is merkwaardig, dat juist de Zierikzeese arts Jason Pratensis (1486-1558) hierbij een rol heeft gespeeld. In de uitgave van 1529 werd daarin namelijk een gedeelte opgenomen van diens boek De Uteris (Over de baarmoeders). Hij gold in zijn tijd als een „zeer geleert en ex- paert man", en heeft toen op zijn wijze een bijdrage geleverd tot de vakkennis der vroed vrouwen.3' Hierin waren echter nog duidelijk boven aangeduide middeleeuwse en soms ou dere invloeden aanwezig. De afbeeldingen waren primitief met een zeer elementaire weerga ve der anatomie4' (zie fig. 1 en 2). De iets jongere Levinus Lemnius (1505-1568) heeft ook vrij veel over sexualiteit geschreven. Hij ondersteunde daarbij vele van de tevoren aangeduide middeleeuwse opvattingen, maar 28

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1981 | | pagina 30