èni wtt^anf
todnoÉm
•öbcrmriösm efi wwiarbm tut We boerfeSPoarttneal
Cfccrpctttttefrnuers/oieuaoefcr'naicciétï turt?04n
bic fcrrrravontfangtjmgc/bartn gbe/en contteoc e ucoe
friouujcint lot pn gbett reut Jjctibê/n!s JUbcrma
fHagnue'Jtiiflorrirs/iMmfuc/KutteniiA
fftémuB oatmcntnatanDnr.
aftU un Jafoa a ptatwdfe eè
batalöcrioöelinftc (cat
can tn lat itn been
beïcrcufoan
derbtocowween tonde.'
f fHcu Dftttdefeboftbfnfffoopeopdktombaet
Ocueitcbimpfopmotv <£oth.cn&e opoie tanwnec.
pooutmig gbebimp JatopoanlteUttlt
Titelblad van Den roscghacrt vanden bevruchten vrouwen. Antwerpen 1528.
fig. 1. Uit: De Incunabelen en Postincunabelen in de Bibliotheek van de Maatschappij (V), 146.
17e eeuw
Aanvankelijk zijn ook nog in de 17e eeuw mededelingen over de vroedvrouwen in de Zierik-
zeese archieven vrij schaars.
In 1608. op 23 november, wordt het vroedwijfsgage van f 25.- verhoogd tot 6,-/' en „haar man ontslagen van
de nagtwagt".
Pas op 9 december 1611 vinden wij de eerste namen: Janneke en Duyfken krijgen dan een jaarlijkse toelage op
hun gage van f 20,- „mits de schamele en onvermogende om Gods wil dienende of om een kleyn loon". Op 16 de
cember 1620 wordt „een zeeker vroetwijf 'jaarlijks 25 Carolusguldens toegelegd. In de jaren 1622 en 1624 vraagt
de vroedvrouw Janneke Pieters of Janneke van de Velde gageverbetering, waarna haar op 16 december 1624 voor
een jaar 50.- fis. huishuur vergund is.
30