restauratie aan het voorhuis werd toegevoegd, is hier dan ook niet op zijn plaats.
De binnenhaard, waarin zich de centrale bewoning afspeelde, bezat meestal de dubbele
functie van woonkamer-keuken. Deze tweeledige gebruiksbestemming kan hier vanwege de
reeds genoemde, mogelijk in oorsprong bestaande keuken en de zijopkamer, die stellig in
tensief werd bewoond, moeilijk worden volgehouden.
De ingang van het voorhuis (foto: D. C. Barrevoets)
De thans in de opkamer staande 19e-eeuwse schouw levert uiteraard geen bewijs, dat dit
vertrek altijd verwarmbaar is geweest. Zekerheid hieromtrent wordt pas verkregen, indien
wij ons naar de zolder boven deze kamer begeven, waar tegen de zijgevel nog een groot
rookkanaal gespaard bleef, dat hoogstwaarschijnlijk uit de tijd van de bouw dateert.
De bijzondere ruimtelijke structuur van het gebouw is er de oorzaak van, dat men naar de
gebruiksfunctie van de achter het voorhuis gelegen binnenhaard zal moeten gissen. In elk
geval kan uit de voor de 16e eeuw aanzienlijke afmetingen van dit complex worden gecon
cludeerd, dat de bouwheer daar een huis van een beduidende lokale betekenis heeft neerge
zet, dat stellig niet voor de kleine burgerman was bestemd. Anderzijds mag de architectoni
sche en sociale belangrijkheid van het pand, dat zonder tweede woonlaag bleef, ook weer
niet worden overschat; zeker niet indien het wordt bezien vanuit een ruimer, meer geweste
lijk perspectief.
De moerbalken rusten op vrij korte renaissance-sleutelstukken, die in het voorhuis, de bin
nenhaard en de zijopkamer een volkomen identiek profiel bezitten, dat bestaat uit een bo
ven elkaar geplaatst hiel- en klokojief en dat op het vooraanzicht bovendien een schildbord-
64