begraven en Venus zelf dicteert een grafschrift. „Hier rust een minzaem paer, vereend in dood en leven. 't Won een onsterflyke eer door zyn rampzalig sneven. Denk om Amintas liefde en Heultje, o jeugd, altijd, Wanneer gy spelevaert en langs een brugge rydt". Als zich voortaan de jeugd op bruggen waagt, dan is de wil der goden „dat door een zoete maegd Den minnaer, die een kus haer vriendlyk af zal vragen, Geen minnelyke zoen worde immer afgeslagen". (pag. 326) Hoezeer Jan Macquet in zijn jeugd liefde en huwelijk weet te bezingen, zelf blijft hij zijn he le leven ongehuwd. Op 3 december 1798 sterft hij, 67 jaar oud.1^ Jan Macquet kan zeker niet tot de grote dichters van de achttiende eeuw gerekend worden, noch in „Holland", noch in Zeeland. Toch verdient hij als dichter, dokter en bestuurder meer aandacht dan hij tot nu toe gekregen heeft. Misschien dat de herdenking van zijn 250- ste geboortejaar daartoe nieuwe impulsen kan geven. Noten 1. F. Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen, Middelburg 1893, pag. 110 t/m 112. P. D. de Vos, De vroedschap van Zierikzee van de tweede helft der 16de eeuw tot 1795, Middelburg 1931, pag. 693 t/m 695. 2. Zie: P. D. de Vos, a.w. pag. 694. 3. Informatie Dr. C. M. van Hoorn. Zie ook zijn artikel: Enige aanvullende mededelingen over dr. Job Baster te Zierikzee, Archief. Mededelingen van het Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. 1980, pag. 158 e.v. 4. Verdere functies: thesaurier, kerkmeester, overdeken van het Kleermakersgilde, kraanmeester, regent Arm- kinderenhuis, ontvanger huisschatting, landrechter. Zie: P. D. de Vos, a.w. pag. 693, 694. 5. Zie Algemene Geschiedenis der Nederlanden IX, pag. 113-123; P. Geyl, Geschiedenis van de Nederlandse stam, V, Amsterdam/Antwerpen, pag. 1278 e.v. 6. J. J. Westendorp~Boerma. C. A. van Swigchem. Zierikzee vroeger en nu 1972, pag. 68 e.v. 7. G. Kalff, Geschiedenis der Nederlandse Letterkunde, VI (1910), pag. 560, 561, 562. Zie ook idem, deel V, pag. 569, 575. 8. G. P. M. Knuvelder, Handboek tot de Geschiedenis der Nederlandse Letterkunde^, II, vanaf pag. 443. Idem, III, pag 145-217. 9. G. Kalff, ibidem, deel VI, pag. 560. 10. Zie: J. J. Westendorp Boerma, C. A. van Swigchem, a.w. pag. 34, 35. Er was geen sprake van .schatting ophalen". Twee commissarissen van Karei de Stoute kwamen extra accijn zen op bier, wijn, tarwe, rogge en zout invoeren. Daarmee zou dus de „gewone man" ook direkt getroffen worden. 11. Zie o.a A. Moens van Bloois. Jaarboekje Zeeland 1853, pag. 115-133. 12. Het heulen: een oud-Zeeuws volksgebruik, in: Meertens over de Zeeuwen, pag. 195-209 (Middelburg, 1979). Dit artikel bevat ook het gedicht van Jan Macquet. De heer J. L. Braber maakte mij nog attent op het artikel over het heulen in de bundel „Bij ons in de familie", bloemlezing uit Gens Nostra 1945-1970, pag. 99 t/m 101. 13. Een portret van de dichter-dokter Jan Macquet is niet voor handen, (volgens opgave Iconografisch Bureau te Den Haag). 76

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1981 | | pagina 78