De menwagen (boerenwagen) op Schouwen-Duiveland
door M. K. Buth
Geschiedenis
In de middeleeuwen gebruikten boeren reeds wagens voor transport van de oogst van het
land naar de boerderij en voor vervoer van hun produkten naar de markt. Reeds toen had
den de boerenwagens de typische, specifiek Hollandse vorm met hun gebogen, naar achter
en oplopende zijladders. Deze vorm, met de hoge wielen, heeft de Hollandse boerenwagen
steeds een sierlijke verschijning doen zijn.
De wagens hebben tevens lang een functie gehad bij het vervoer van personen. Op het plat
teland is er hiervoor door de eenvoudige burgers zeker tot omstreeks 1850 gebruik van ge
maakt. Op de wagens werden dan drie planken dwars geplaatst op de zijladders, die als
bankjes fungeerden. Houten bogen bespannen met zeildoek (de huif) zorgden voor beschut
ting bij slecht weer.
Een broekstikonderdeel van de hoerendracht, omstreeks 1800, afkomstig uit Tholen. Hierop afgebeeld
een type wagen met voorwielen, die niet onder de bak door kunnen draaien, vroeger (16e en 17e eeuw) ook
in Zeeland gebruikt. In de rest van Nederland is vrijwel tot het laatst toe uitsluitend dit type gemaakt.
Tijdens het bekende „spelerijden" was de wagen zoals hierboven afgebeeld uitgedost, vaak nog extra versierd met
bloemen, regelmatig vanuit Zierikzee gereden naar de Westhoek, beladen met een vrolijke groep jongelui.
(Foto van de auteur)
Interessant is dat de boerenwagens, bekend van schilderijen uit de late middeleeuwen, van
uiterlijk nauwelijks verschillen met de boerenwagens die tot ongeveer 1930 op het platte
land gemaakt werden. Nu was een reis met een dergelijke wagen voor personen niet zo'n
lolletje, de wegen waren onverhard, vol kuilen en de vering van dit vervoermiddel nihil.
5