Opslagplaats van vloedplanken op de hoek van de Engelse Kade en de Havenwegnog steeds aanwezig, met de erinhorende vloedplanken (Foto: A. Douw). tot het doen plaatsen van de vloedplanken. Ook het opbergen na gebruik van de vloedplan ken diende zorgvuldig te gebeuren. De stadsvloedplanken en die van de particuliere burgers werden 4 keer per jaar geïnspec teerd en nagezien door de burgemeester, samen met de directeur gemeentewerken en de opzichters en assistenten. De burgers moesten voor deze controle dan hun planken ge plaatst hebben. De eventuele mankementen moesten binnen 14 dagen verholpen worden, daarna volgde een herschouwing. Er is hier geen sprake van enige geldelijke beloning voor de leden van het Zakkedragers- of Huidenaarsgilde. In 1895 is de situatie hier en daar wat gewijzigd, want van 27 december 1895 dateert een nieuw reglement. De Oude Haven is gedeeltelijk gedempt, het Havenplein is ontstaan in 1886, dus moesten er daar geen vloedplanken meer gezet worden: het verste punt waar ze geplaatst moesten worden was bij de ringmuur van het Kraanplein. Er worden nu ook vloed planken geplaatst bij de Grachtweg en tegenover de kleine werf'. De uitrusting is ook uit gebreid: een paal om achter de vloedplanken te plaatsen, 4 draagbomen, een spade en een draagijzer zijn toegevoegd. Nu komen alle ingezetenen die tenminste 20 jaar zijn en nog geen 45, in aanmerking om benoemd te worden door burgemeester en wethouders bij de plaatsing van de vloedplanken op voordracht van de gemeentebouwmeester (voorheen werd deze functionaris de stadsfa- briek genoemd). Ook is er sprake van bezoldiging van de opzichter en de helpers. De op- 80

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1981 | | pagina 82