bazing namen wij kennis van de motie, vervat in Uw schrijven van 3 juni j.l. door Uw Raad aangenomen in zijn zitüng van 31 Mei '27." Met grote heftigheid werd de inhoud van het Zierikzeese schrijven bestreden, culminerend in de zinsnede: „Evenwel, het Bestuur is bereid den strijd te strijden, bewust als het zich is, dat geen blaam het treffen kan, waar het er van overtuigd is met het dienen van de zieken huiszaak een belang voor te staan, welks behartiging als alle gemeenschapsbelangen in de allereerste plaats op den weg der gemeenteraden ligt. Het werpt de volle verantwoordelijk heid voor den gang der ziekenhuiszaken, tot den eventueelen ondergang desnoods toe, op de gemeenteraden, die zich afzijdig houden of zich bepalen tot critiek of advies of vermeen de verbeteringen." En dan aan het slot de haast hartstochtelijke oproep: „Waarom zou men niet de honderden voteeren om te behouden, wat men heeft, wat men niet missen wil, niet missen kan, op ge vaar af van later ten koste van duizenden te moeten opbouwen, wat men liet ondergaan, omdat men aan de gemeenschap zoo moeilijk een offer brengen kon, niet iets van zijn wen- schen kon laten vallen ten gerieve van zoovele anderen"... De inhoud en de toon van het aangehaalde schrijven laten er niet de minste twijfel over bestaan, dat de verstandhouding tussen „Noordgouwe" en „Zierikzee" verre van hartelijk is geweest en in de loop der tijden op de ontwikkeling en instandhouding van de ziekeninstel- ling te Noordgouwe een sterk afremmende invloed moet hebben uitgeoefend. Telkens opnieuw, wanneer er in Noordgouwe problemen opdoemden in verband met finan ciering of gewenste ruimte, werden plannen ter tafel gebracht om van locatie te veranderen. Men zou haast kunnen zeggen: steeds lag Zierikzee op de loer... Soms werd door de belang hebbende partijen met open vizier gestreden, soms ook werd in meer besloten kring een strategie ontwikkeld, die erop gericht was om te Zierikzee een ziekenhuis te doen verrijzen. Kort voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog speelde ook de Slavenkas in Zierik zee daarin een belangrijke rol. Doordat zich alles min of meer in het halfduister afspeelde, is die rol nimmer aan een breder publiek duidelijk geworden. Voor ziekenhuisbouw heeft men geld, veel geld nodig. Geen wonder, dat in dit verband ook wel eens een begerig oog in de richting van het kapitaal van de Slavenkas werd geworpen. Nadat gedurende enkele ja ren voorbereidende besprekingen waren gehouden, werd op 19 augustus 1939 een speciale vergadering uitgeschreven om te bespreken een van het Bestuur der Slavenkas aan Bur gemeester en Wethouders van Zierikzee te richten verzoek om te bevorderen, dat de gelden der Slavenkas mogen worden aangewend voor den eventueelen bouw van een Ziekenhuis te Zierikzee." In de raadsvergadering van 4 juli daaraanvoorafgaande had de gemeenteraad van Zierikzee haar goedkeuring gehecht aan een reglementswijziging, waardoor artikel 12 van het regle ment voor de Slavenkas als volgt werd geformuleerd: „De belegging der gelden van het Fonds zal geschieden door Commissarissen onder goed keuring van Burgemeester en Wethouders der gemeente Zierikzee, met dien verstande, dat deze goedkeuring niet vereischt is, indien de gelden door Commissarissen op zoodanige voorwaarden als hun geraden zullen voorkomen, bestemd zullen worden voor de oprichting en instandhouding van een ziekenhuis te Zierikzee." Hoewel genoemde reglementswijziging naderhand niet de vereiste goedkeuring verwierf en weer werd ingetrokken, is het toch interessant een en ander te memoreren. De strijdvraag: Zierikzee of Noordgouwe bleef vooralsnog volop in de aktualiteit, zoals ook duidelijk werd uit een schrijven, dat de Commissaris der Koningin in Zeeland 11 november 1939 deed uitgaan „inzake de voorgenomen plannen tot het vestigen van een nieuw zieken-

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1981 | | pagina 97