huis te Zierikzee of een verbouwing van het bestaande te Noordgouwe."
Op 14 november d.a.v. kwam naar aanleiding van deze brief de ziekenhuiskwestie opnieuw
in de Zierikzeese raad ter sprake. Het raadslid Gerritsen hield bij die gelegenheid een warm
pleidooi voor vestiging te Zierikzee: „Ik zou nog kunnen wijzen op het feit", aldus deze
spreker, „dat nieuwbouw in Noordgouwe moeilijker wordt omdat daar reeds wat staat, dat
in de bouw betrokken zou moeten worden; ik zou nog kunnen spreken over het plan dat
Zierikzee reeds ter tafel kan brengen terwijl ik er den nadruk op wil leggen, dat wij niet
getrouwd zijn aan den grond welke door de Slavenkas hiervoor reeds is aangekocht."
Gerritsen bracht nog meer argumenten te berde, die voor vestiging te Zierikzee zouden
moeten pleiten. Met name de financiering zou gunstiger zijn, wanneer aan Zierikzee de
voorkeur zou worden gegeven: „omdat wanneer de gelden van de Slavenkas of de renten
van dat kapitaal nu of later zullen worden gebruikt voor het ziekenhuis in Zierikzee, nood
wendig de exploitatie hier het goedkoopst zal worden hetgeen weder tengevolge zal heb
ben, dat de bijdragen der gemeenten minder zullen behoeven te zijn dan wanneer het in
Noordgouwe geplaatst wordt."
Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog kwam dit ziekenhuisplan in de „ijskast",
de aktiviteiten van de Slavenkas op dit terrein werden op een laag pitje gedraaid. Nadat in
1941 en 1942 nog eenmaal per jaar was vergaderd, duurde het tot 26 augustus 1949 eer de
Commissarissen weer bijeen kwamen
Men had in Noordgouwe inmiddels ook niet stil gezeten. Tijdens de Duitse bezetting ging
de exploitatie van het ziekenhuis dan toch eindelijk over in handen van de gemeenten op
Schouwen-Duiveland, zoals men reeds zolang had gewild. Alleen gebeurde dit nu niet be
paald onder een gelukkig gesternte.
Gezicht op het voormalige ziekenhuiscomplex te Noordgouwe, inclusief de in 1942 aangebouwde vleugel.
(Foto: Joh. D. C. Berrevoets, Zierikzee).
96