Een kijkje in de Schutterszaal anno 1942. In het oog valt de vrij rusteloze opstelling. De zaal is te vol en van een doelgerichte expositie is geen sprake. 1938 in om paal en perk te stellen aan het grote aantal lekkages in het museum. Door het ontbreken van ruiten in de bovenste openingen aan weerszijden van de schoorsteen op de Schutterszaal vlogen veel vogels en vleermuizen naar binnen, zodat het geheel bij de toen schemerachtige verlichting een fraai decor voor een Draculafilm zou hebben gevormd. Ook had men veel last van stof dat zich op en tussen de balken van de eikehouten bekap ping nestelde. Tenslotte vond men twee werklozen bereid deze bekapping te reinigen, zo dat de concierge niet meer na elke windvlaag het hele museum behoefde af te stoffen. Het museum in de oorlogsjaren De oorlogsjaren vormden ook voor het stadhuismuseum een periode van teruggang. Het be zoekersaantal verminderde sterk en liep in het evacuatiejaar 1944 zelfs tot 0 terug. Toch stond tijdens deze donkere jaren de ontwikkeling niet geheel stil. Het museum werd maar liefst met twee ruimten uitgebreid. Daar was in de eerste plaats de kamer onder de stad huistoren, de vroegere „wapenkamer". Deze werd van zijn (witte) verflaag ontdaan, zodat het oude eikehout weer tevoorschijn kwam, Ook de zandstenen schoorsteenwangen werden ontkalkt en de twee vurehouten deuren in het vertrek vervangen door twee gotische exem plaren. die in 1910 door de toenmalige „Vereeniging Zierikzee" waren aangekocht en af komstig waren uit het huis naast de beurs (Havenplein 19). Het reeds halfvergane smeed werk van deze deuren, die ook nu nog de bovengenoemde ruimte verfraaien, werd op de 103

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1982 | | pagina 105