ZEUMERWIND
keese plaatsen zijn voorzien van de aanduiding: en apocope komen beide voor" (apoco
pe is de verdwijning van de -e aan het woordeinde).
Voor onze tijd zijn voor de Flakkeese dialectliteratuur vooral van belang:
1. „Gedichten op zijn flakkees" door mevrouw D. K. Soldaat-Poortvliet uit Dirksland.
Daarnaast verschijnen er van tijd tot tijd gedichten van haar in „Nehalennia", bulletin
van de werkgroep Historie en Archeologie van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap
der Wetenschappen en de Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek en in de
„Zierikzeesche Nieuwsbode" (extra editie). In de winteraflevering 1980 van bovenge
noemd bulletin schreef ik in mijn verslag van de Zeeuwse Dialectendag te Kapelle over
de zeggingskracht en expressiemogelijkheden van mevr. Soldaat's poëzie, dat haar
Flakkeese taalgebruik alleszins de toets der vergelijking kan doorstaan met het West
vlaams van Guido Gezelle's gedichten.31) Wij plaatsen van haar het gedicht „Zeumer-
wind", op 14 juli j.l. verschenen in de „Zierikzeesche Nieuwsbode (extra editie)".
De zeumerwind woait over Flakkee
in briengt een stoet van wolken mee,
die zeile deur de blauwe locht,
wit in wêêk in waarm in zocht.
De zeumtyerwind woait over Flakkee
in bri$ft een wolke van geuren mee
van bloeiende böönen, zwaer in zwoel,
van gras in waeter, fris in koel.
De zeumerwind woait over Flakkee,
wipt over de durpen van stee nae stee,
douwt er de terve tegen de grond
in dolt zo hêêl de polder rond.
O, zeumerwind, die woait op Flakkee,
neem oak al de benauwenis mee,
briengt van de zêê de openheid an,
zodat de mens vrie leve kan.
D. K. Soldaat-Poortvliet
(Zierikzeesche Nieuwsbode 14 juli 1982, extra editie).
2. Proza in de Flakkeese streektaal, dat verschijnt in twee vaste rubrieken van het streek
blad „Eilandennieuws":
a. „Grijsoordse Schetsen", waarschijnlijk zo genoemd, omdat de anonieme schrijver
afkomstig is uit een van de oudste polders van Overflakkee, de Heerlijkheid Grijs-
124