oord.32) De naam wordt als Grijsoert vermeld in een oorkonde van 1284, waarin
Floris V de verkoop van de platen Diederichslande en Grijsoert bevestigt aan de
heer van Voorne (zie L. Ph. C. van den Bergh, Oorkondenboek van Holland en
Zeeland II, no. 506). In 1421 werd het gors Grijsoerde ter bedijking uitgegeven
door Jan van Beieren en in het jaar van de bedijking, 1438, werd dit gors het Ou
deland van Oude Tonge, aldus Landheer, biz. XVI. Op de bekende 16de eeuwse
kaart van de Zeeuwse eilanden van Jacob van Deventer wordt Griesort aangeduid
westelijk van Oude Tonge en noordoostelijk van Nieuwe Tonge.
Van de „Grijsoordse Schetsen" zijn gesproken woord en dialoog steeds in dialect,
in het bijzonder wanneer het Flakkeese mensen betreft. De behandelde onderwer
pen zijn van de grootst mogelijke verscheidenheid en omvatten zowel zaken van
Overflakkee als van daarbuiten;
b. „Op z'n Flakkees gezeit...", een reeks volledig in dialect geschreven schetsen
door verschillende auteurs met telkens variërende onderwerpen. Een belangrijk
aantal bijdragen in deze rubriek blijkt van T. H. (ook Th.) van der Vad te zijn.
Ook kunnen we uit de schrijversnamen afleiden uit welke woonplaats de inzen
ders afkomstig zijn of dat zij al dan niet nog in die woonplaats of reeds langere tijd
buiten (Goeree)-Overflakkee wonen. Zo treffen wij ondertekeningen aan als:
'n Oud-Melissantenaer, „Un Zaense Menheersenaer", Een Ouwe Nieuwe Tonge-
naer en Bommelse inweuner. Dit geeft ons een sleutel in handen tot opsporing
van bepaalde plaatselijke dialecteigenaardigheden alsmede tot vaststelling van de
fixatiegraad van het dialect, d.w.z. in hoeverre is het oorspronkelijk dialect op een
bepaald tijdstip in zijn ontwikkeling stil blijven staan na vertrek uit de regio. Verg.
hierboven voor het Brouwse jeugdverhaal van „Bêênekluuver", blz.112.
Twee vaste en goed gevulde rubrieken in het bovengenoemde streekblad wijzen
er in ieder geval op, dat de belangstelling voor de streektaal op Goeree-
Overflakkee stellig niet gering is. Tot slot van onze beschouwing over de dialect
schrijvers van Goeree-Overflakkee kiezen wij enkele fragmenten uit een lang arti
kel van T. H. v. d. Vad uit de rubriek „Op z'n Flakkees gezeit...", getiteld: „30
april, de inhuldiging voor de TV bekeken en 't verhaal daarna", en verschenen in
„Eilandennieuws" kort na de troonswisseling van koningin Juliana en koningin
Beatrix op 30 april 1980. De schrijver geeft eerst in een korte inleiding zijn visie
op de bedroevende omstandigheden waaronder deze nationale gebeurtenis
plaatsgreep en daarna gaat hij een kleine vijftig jaar in de tijd terug met het ver
haal van een oudere vrouw uit Sommelsdijk (vrouw Buth) over haar reis naar
Amsterdam in 1933 om een défilé voor koningin Wilhelmina in het Stadion bij te
wonen. Van der Vad geeft hiermee dus een vergelijkende terugblik in de tijd, zoals
ook onze Bruse medewerker „Wullum" dit doet met zijn bijdrage: Un roare tied
(zie hierboven, blz. 119/120).
125