len aan, de korenmolens 't Hart en de Lelie. Bij de (nu onbekende) Dudenwale stond ook een korenmolen (15); misschien was dit wel een van de juist genoemde molens. Ten zuiden van deze dijk, dus meer landinwaarts, worden de kreekbeddingen steeds smaller. Ze eindi gen ongeveer ter hoogte van de Oude Kerkweg, die loopt van Serooskerke naar Brijdorpe. Er zijn geen aanwijzingen dat deze weg ook een zeewerende dijk zou zijn geweest. Wel is hier in het kader van het ontwateringsplan van de polder Schouwen van 1845 een kade ge legd, die Hoog Schouwen van Laag Schouwen moest scheiden. Over de Oude Kerkweg zet ten deze kreken zich nog een eindweegs voort in de vorm van kreekruggen. Ze lopen tenslotte dood in het vroeger vrij hoog gelegen veengebied van centraal Schouwen. Aan de ze Oude Kerkweg liggen de resten van het vroegere dorp Ellemeet, nu alleen nog een kerk hof. Dit dorp kwam door de verschillende bedijkingen steeds verder van het open zeewater te liggen. Bovendien werd het hier steeds natter, omdat de afvoer van regenwater door de nieuwe aanslibbingen steeds moeilijker werd en het Ellemeetse gebied zelf door klink en af graving van het veen steeds lager kwam te liggen. De bewoners verhuisden naar de nieuwe zeedijk, waar het dorp Oudendijke ontstond, dat nu de naam Ellemeet draagt. Het afbran den van het dorp door de Spanjaarden in 1572 was het definitieve einde van deze woon plaats. Het dorp werd niet herbouwd. Om dezelfde redenen migreerden de bewoners van Looperskapelle en Eikerzee naar Scharendijke en die van Brijdorpe naar Brouwershaven. 14. Het gebied Elkerzee-Looperskapelle met de Hilcherse Tussen Eikerzee en Looperskapelle is de zee in veel sterkere mate binnengedrongen dan in de gebieden Ellemeet en Brijdorpe/Brouwershaven. De meest westelijke kreek was de uit historische berichten bekende Hilcherse (16), die liep van Scharendijke naar Eikerzee en verder landinwaarts. Deze kreek is duidelijk afgedamd bij de overgang Oostweg- Kloosterweg. In het overige gebied tussen Eikerzee en Looperskapelle zijn echter geen aan wijzingen voor dammen en dijken gevonden. De in het verlengde van de oudste dijk van El lemeet lopende Kloosterweg is bodemkundig en topografisch geen grens. Alle kreken in dit gebied, ook die ten zuiden van de Kloosterweg, zijn dichtgeslibd. Het gebied is daarna af gesloten door de Scharendijk. Op de nieuw gewonnen gronden werden het dorp Looperska pelle en het klooster Bethlehem gesticht (17, 18). 15. Oude dijken in Welland Tussen Scharendijke en Renesse heeft de zee op een geweldige manier het Oudland van Schouwen aangetast. Er ontstonden een inham in de kustlijn en een groot aantal brede en diepe kreken, die bijna tot de huidige zuidkust van Schouwen doordrongen. Ze liepen dood op Oudlandpoelklei- en kreekruggronden tussen Haamstede en Renesse. Omdat ook vanuit het zuiden inbraken plaatsvonden, heeft het niet veel gescheeld of de kop van Schouwen was door het zeewater van de rest van het eiland afgescheiden. Op Goeree is dit inderdaad gebeurd. De oude naam van dit gebied is Welland, later verdeeld in Noord- en Zuidwelland, en ieder deel met een dorp van deze naam. De naamgeving houdt misschien verband met de aan tasting door de zee. Het germaanse „wal" betekent: het kolken van water en „welle": golf of draaikolk. „Welle" heeft ook de betekenis van een kade, die het kolkende water moest ke ren (10). In Deventer heet de kade langs de Ussel dan ook de Welle. Alle drie betekenissen zijn in het gebied Welland wel op zijn plaats. De inbraakkreken komen in dit gebied op de bodemkaart duidelijk naar voren in de vorm van brede kreekbeddingen of, als ze dichtgeslibd zijn en geïnverteerd, als Middelland- 16

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1982 | | pagina 18