men de kreek, de Oude Haven, lang opengehouden. Het handels- en visserscentrum kwam rond deze dam te liggen. De andere tak van de kreek liep vanuit de Oude Haven via de Schuithaven en de Zwemha- ven (tussen de Verrenieuwstraat/Rodedorp en de Hem/Steiltjesstraat) in noordelijke rich ting. Het kan zeer goed zijn dat deze tweede tak pas is ontstaan tijdens een stormramp, toen de eerste tak al was dichtgeslibd en afgedamd. De tweede slibde niet dicht en is nog als een lage kreekbedding zichtbaar. Deze kreek werd eerst afgedamd door de St. Anthonies- dam, nu nog een straatnaam. In deze dam werd een getijdemolen gelegd, waaraan de straat naam Watermolen herinnert (35). De houwer voor deze molen, en tevens voor het doorspoelen van de Oude Haven, lag achter deze dam (36). Later kwam er een dam in deze nog weinig dichtgeslibde kreek op het kruispunt Dam-Melkmarkt-Mol-Schuithaven. Dit deel van de Dam ligt dan ook veel lager dan dat bij de Appelmarkt. De aanleg van dammen en dijken had meestal een nadelige invloed op de ontwikkeling van de woonplaatsen. Ze werden van het open zeewater afgesloten. We zagen dit o.a. bij Haamstede, Kerkwerve en Brijdorpe. Men probeerde nog wel vanaf de dam de geul naar de Grevelingen, Gouwe of Oosterschelde open te houden door de aanleg van een spuisysteem, maar dit had meestal onvoldoende effect. De aanleg van de ringdijk van Schouwen was dan meestal het definitieve einde van alle pogingen om in verbinding met de zee te blijven. In sommige gevallen verplaatste men de woonplaats naar de ringdijk. Zo werd Brouwershaven gesticht, nadat Brijdorpe van de zee was afgesloten en de bewoners van Ellemeet gingen wonen aan de zeedijk, die later Oudendijk werd genoemd. Alleen aan Zierikzee is het gelukt zich te handhaven. Bij de aanleg van de dammen vond reeds een kleine verschuiving van het zwaartepunt van de stad plaats. En toen de ringdijk van Schouwen werd aangelegd, wist men het gedaan te krijgen dat deze bij Zierikzee sterk landinwaarts inboog tot aan de dammen. Door de aanleg van spuisystemen (houwers) wist men nog lange tijd de verbinding met de Gouwe open te houden. Toen dit niet meer lukte door het verzanden van de Gouwe, werd met het graven van het nieuwe havenkanaal een directe verbinding met de Oosterschelde tot stand ge bracht. Iets ten noorden van Zierikzee ligt het Wackersdambevangtussen de Zandweg, Ja- nissenweg en de (Kromme)Koolweg. Op welke kreek en dam deze naam betrekking heeft, kon op de bodemkaart en de topografische kaart niet worden vastgesteld. De oorzaak hier van kan zijn dat een deel van dit bevang later overdekt is door een pakket overslaggrond. Dit is grond die i.v.m. dijkdoorbraak, in dit geval het ontstaan van Kaaskenswater in 1575, over het oude land werd neergelegd. Samenvatting en datering In dit artikel werd nagegaan welke dammen en dijken er in de polder Schouwen zijn aange legd, voordat de aaneensluitende Schouwse ringdijk tot stand kwam. Hiertoe werden nauw keurig de bodemkaart en de topografische kaarten bestudeerd, terwijl ook veldnamen en historische gegevens belangrijke aanwijzingen gaven. De plaats van oude dammen en dijken bleek nauw samen te hangen met een aantal laagge legen kreekbeddingen, die tot de herverkaveling van na 1953 in het veld zichtbaar waren en beschouwd moeten worden als restanten van gewelddadige inbraakkreken. De dammen en dijken zijn op deze plaatsen opgeworpen als verdediging tegen de sterke agressie van de zee. De op deze stormvloeden volgende opslibbing werd door de zeeweringen beïnvloed. Erbuiten kon de opslibbing doorgaan, erbinnen niet meer. Op deze plaatsen ziet men dan 26

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1982 | | pagina 28