vroedvrouwen, die minstens 2 jaren, en de heelmeestersleerlingen, als ze 4 jaren het onder wijs in de school hebben genoten. Ze heeft tijdens haar bestaan van 1825 tot 1854 als pro vinciale, en van 1854 tot 1866 als gemeentelijke instelling een vrij groot aantal leerlingen gehad: 212 chirurgijn-vroedmeesters, 164 apothekers, doch slechts 47 vroedvrouwen.18) Zierikzee lijkt de sedert 1745 op verloskundig gebied met Rotterdam bestaan hebbende banden nu eerst weer iets te hebben aangehaald door de daar in 1828 opgerichte Clinische School, vanwaar ook enkele leerlingen na hun examen in Zierikzee hebben gepractiseerd. 19) De verloskundige hulp door de vroedvrouwen was tevoren hier reeds verbeterd door de les sen van de vroedmeester Van der Baan. Door de opleiding aan de klinische scholen met ei gentijds anatomisch en fysiologisch onderwijs en goede leerboeken, de hervatte fantoomoe feningen,20) de auscultatie van de kinderlijke harttonen met de stethoscoop van Laënnec,2l) het verplichte aantal onder leiding van een ..meesteresse-vroedvrouw" of een der docenten te verrichten bevallingen en de vereisten voor een vrij streng eindexamen hebben zowel de aanstaande vroedvrouwen als vroedmeesters hun capaciteiten nog kunnen vermeerderen. 22) Een iets betere garantie werd bovendien mogelijk door de nu landelijk geldende instructies èn het strengere toezicht door de commissies van geneeskundig toe- voorzicht. Doctores artis obstetricandi Voorts gaven nu de doctores artis obstetricandi sinds het onderwijs in de verloskunde, se dert 1795 aan de Leidse universiteit door de hoogleraar Du Pui,4) nieuwe mogelijkheden. Tegen hun komst rees hier weliswaar eerst enig verzet. Aan het archief van de plaatselijke commissie voor geneeskundig toeverzigt te Zierikzee ontlenen wij in dit verband: Jan van Oostenrijk, op 8 oktober 1817 gedaagd voor het vredegerecht wegens wanbetaling der jaarlijkse contribu tie, protesteert op 3 februari 1819 tegen het verrichten van verlossingen door de heer F. Keiler, die op 8 oktober 1817 admissie had gekregen om als doctor medicinae hier de genees-, heel-, artsenijmeng-, en verloskunde uit te oefenen. De commissie kiest aanvankelijk de zijde van Van Oostenrijk, omdat hier toen drie chirurgijns, twee vroedvrouwen en twee vroedmeesters werkten. Maar op 15 juli 1819 komt via de minister van Binnenlandse Zaken het advies van de departementale commissie tot autorisatie voor Dr. Keiler om te Zierikzee de gecombineerde vak- Foto van Dr. Frans Keiler op oudere leeftijd, vervaardigd in het Photogra- phisch Atelier van C. J. Korsten te Zierikzee, verkregen door de welwillen de medewerking van Jhr. Mr. J. W. D. H. Schorer te Oosterbeek. 36

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1982 | | pagina 38