ren vereiste promotie tot doctor medicinae, welke titel zij nochtans bevoegd waren te ver
werven. Zij, arts of soms doctor medicinae, vestigden zich nu ook buiten de steden, in dor
pen of woonplaatsen waar tevoren alleen een chirurgijn-vroedmeester en een vroedvrouw
hadden gewerkt. De vroegere stadsdoctoren werden nu gemeente-geneesheren. Zij hebben
mede de verloskundige zorg in de armenpraktijk betracht, voorzover geen vroedvrouw(en)
daartoe in gemeentelijke dienst bleef of bleven aangesteld.
Sedert 1861 verkregen de laatsten hun nu landelijk geldende bevoegdheid door een oplei
ding aan de Kweekschool voor vroedvrouwen te Amsterdam, en sedert 1882 ook aan de
Rijksvroedvrouwenschool te Rotterdam.42) De apothekers verwierven sedert 1865 even
als de artsen een academische opleiding. De klinische scholen werden daardoor overbodig
en in Middelburg en Rotterdam in 1866 gesloten. Ook de commissies voor geneeskundig
toevoorzicht werden opgeheven, in Zierikzee op 1 november 1865.43) De door deze gere
gelde aanstellingen geschiedden daarna weer door de gemeentebesturen, nu na advies van
de gewestelijke Inspecteur voor de Volksgezondheid.
De ontwikkeling sinds het einde van de 19e eeuw
In de tweede helft der negentiende eeuw zien zij de grote vorderingen in de geneeskunde
met de cellulairpathologie van Virchow in 1858, het baanbrekend optreden van Semmel-
weis in Wenen in de jaren 1847-1860, de microbiologie dankzij Louis Pasteur in Parijs en
Robert Koch in Duitsland, en voor de chirurgie sedert 1865 de antisepsis van Lister in En
geland, kort na de invoering van narcose bij operaties in 1864. Vanaf ongeveer 1880 werd
de nogal agressieve antisepsis meer en meer vervangen door de asepsis, waarbij getracht
werd een zo goed mogelijke steriliteit te bereiken van handen, kleding, instrumenten en de
huid van het operatiegebied. Voor de verlossingen bleef de antisepsis enigszins gehand
haafd door het gebruik in het geboortegebied van vloeistoffen zoals sublimaat en lysol.
De verpleegkunde, die in het begin van deze eeuw in diep verval was geraakt, kreeg door de
ze nieuwe ontwikkelingen positieve impulsen, met name mede door baanbrekende figuren
als Henri Dunant en Florence Nightingale. De Wet op de besmettelijke ziekten in 1874 44)
en tevoren het energieke optreden van iemand als Dr. J. P. Heije te Amsterdam hebben
toen ook grote betekenis gehad. In 1875 ontstond in Noord-Holland het Witte Kruis, in
1898 in vele andere plaatsen de verenigingen voor wijkverpleging - ook in Zierikzee - en in
1900 de eerste afdelingen van het Groene Kruis.
De verloskunde ondervond vanzelfsprekend ook de invloed van de nieuwe verpleegkundige
inzichten, bij de bevalling en tijdens het kraambed thuis door zorgvuldiger hygiëne en min
der ouderwetse bakergebruiken, en in nog sterkere mate in de toen bestaande ziekenhui
zen.45) Met de nu bekend geworden voorzorgen werden bij moeilijke verlossingen nog toe
gepast de hefboom of vectis en de uit een reeks voorgaande ontstane verlostang, in de vorm
die ook nu soms nog wordt gebruikt. 46) De keizersnede bleef een riskante ingreep ondanks
de antisepsis en het streven naar asepsis. In het geïsoleerde Schouwen-Duiveland was er bo
vendien nog geen ziekenhuis. In deze tijd groeit echter ook hier, na de in 1898 gestarte
wijkverpleging het verlangen naar een zodanige ziekeninrichting.
De economische opbloei elders sedert ongeveer 1850 heeft Zierikzee nauwelijks beroerd.47)
De zuigelingensterfte bleef nog hoog door armoede en het ontbreken van inzicht en moge
lijkheden tot verbetering. Tabel 4 geeft een beeld van de sterfte in de verschillende leeftijds
klassen gedurende de jaren 1884-1890,48) waarin de dominerende zuigelingensterfte nog
opvalt.
43