heimen derzelve, die in het uitoefenen der Kunst tot mijne Kennis zouden komen en welker ontdekking tot schan de of schade van anderen zoude kunnen verstrekken, nimmer aan iemand dan aan den Regter, zoo zulks gerequi- reerd wordt, te zullen openbaren, en mij in alles zodanig te zullen gedragen als een regtgeaarde en menschlievende vroedvrouw betaamd en verpligt is. Bijlage lib Instructie voor de Vroedmeesters in het Koningrijk der Nederlanden. 1. Niemand zal zich als Vroedmeester binnen dit Koningrijk mogen nederzetten ten zij voldoende zoo aan de alge- meene Wetten als plaatselijke verordeningen deswege geemaneerd en regerende. 2. De uitoefening der verloskunst in derzelver geheelen omvang, zoo in de Natuurlijke als tegennatuurlijke gevallen, is het werk van den vroedmeester. 3. Een vroedmeester tevens als heelmeester geexamineerd ende gepromoveerd zijnde zal beide takken van kunstoefe ning mogen uitoefenen, doch bij mangel van die bevoegdheid zich geene heelkundige praktijk of kunstbewerkingen mogen veroorloven. 4. Een vroedmeester eenigen anderen tak der Geneeskunst uitoefenende dan waartoe hij volgend den inhoud der Wet van 12 Maart 1818 en van zijne instructie geregtigd is, zal voor de eerste maal verbeuren f 25,00 de tweede maal f 50,00 terwijl hij voor de derde reize door intrekking van zijn Patent voor een naar de omstandigheden door den Regter te bepalen tijd van niet korter dan zes weken en niet langer dan een Jaar, zal worden gestraft I Wet 12 Maart 1818 Art. 19 5. Een vroedmeester zal geene Geneesmiddelen voorschrijven dan in gevallen van nooden als dan verpligt zijn Kopij van het recept ten huize van de vrouw te laten. 6. Bij zwangere of barende vrouwen geroepen zijnde, zal hij haar zijne hulp niet mogen weigeren, op geenerlei wijze ongerust mogen maken door woorden, gezegden, ongepaste of onbescheiden ondervragingen inzonderheid bij ongehuwden omslagtigen toestel, voorbedinging van loon, bedreigingen van haar te zullen verlaten en wat dies meer is, maar zal de zelve met zachtheid en voorzigtigheid moeten behandelen. 7. Hij is verpligt altijd aan zijn huis berigt te laten waar hij zich naar toe begeeft ofte vinden is en bij wettige verhinde ring zorg te dragen, dat hij geroepen zijnde op de beste wijze kunne vervolgd worden. 8. Wanneer hij ter hulpe van eene vroedvrouw gevraagd en gekomen zijnde, bevinden mogt. dat hij niet vroegtijdig ge noeg geroepen is. en dat zulks heeft afgehangen van de Weigerachtigheid der vroedvrouw om adsistentie te krijgen, of van derzelver verzwijgen of miskennen van de noodzakelijkheid daarvan, zal hij verpligt zijn hier van kennis te geven aan den President der plaatselijke, oft bij ontstentenis daarvan aan de Provinciale Geneeskundige Commissie met opgave van den toestand, waarin hij de barende vrouw bij zijne komst gevonden heeft, ten einde deswegen, de ze vroedvrouw door de Geneeskundige Commissie voornoemd zou kunnen worden gehoord. 9. Hij is verpligt altijd schouwbaar voor handen te hebben zoodanige Instrumenten als waarvan hem na zijn afgelegd Examen door de Provinciale Commissie van Geneeskundig onderzoek en toevoorzigt een lijst zal worden ter hand gesteld. 10. Hij is verpligt alle Jaren voor den laatsten der maand Januarij aan de Plaatselijke Commissie van Geneeskundig toe voorzigt, of ten Plattenlande geetablisseerd zijnde aan de Provinciale Commissie van Geneeskundig onderzoek en toevoorzigt onder welker ressort hij woonachtig is, een verslag in te leveren van alle moeijlijke, tegen natuurlijke en Instrumentsverlossingen welke hij in het afgelopen jaar gedaan heeft. 11. Wanneer eene in arbeid zijnde vrouw onverlost komt te overlijden zal hij, binnen den tijd van 24 uren aan den Pre sident der plaatselijke commissie van geneeskundig toevoorzigt of der Provinciale commissie van Geneeskundig on derzoek en toevoorzigt daar van berigt zenden, met schriftelijke opgave der redenen waarom er geene kunstverlos- 47

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1982 | | pagina 49