Trouwens, de Roomsen gaven daartoe ook aanleiding. Bij het bekend worden van de brand
kon de „fijn Katholieke" Mouritz Tachi, winkelier in het pand Kraanplein wijk D nr. 442
(thans Kraanplein 6), een „genoegelijken lach" niet onderdrukken (11).
De Rooms-Katholieken beweerden dat de Grote kerk hen afgenomen was. In het dagblad
„De Noord-Brabander", uitgegeven in 's-Hertogenbosch, verscheen kort na de brand een
ingezonden stuk van een onbekende uit Zierikzee. Hierin schreef hij onder andere over de
„voormalige R. C. Hoofdkerk" en over de periode „vóór dat zij den katholijken werd ont
nomen". De Zierikzeesche Courant nam het stuk over in haar nummer van 30 oktober en
wees de onbekende stadsgenoot terecht en verklaarde dat de kerk „in plaats van ontnomen
te zijn, de overblijvende aanspraak op dat gebouw, in het jaar 1799, bij verkoop aan diezelf
de Hervormden is overgedragen". Mr. J. Berman deed het nog eens stevig over in een bro
chure over de Sint Lievensmonsterkerk, die in 1834 verscheen en waarin hij 5¥2 blz.
besteedt aan de vermeende pretenties van de Roomsen. Bij de scheiding van kerk en staat
had de Rooms-Katholieke parochie bij akte van 5 december 1798 tegen betaling afgezien
van alle rechten op de Grote Kerk (12).
Brochures
J. A. M. W. Ie Sage ten Broek (13), boekhandelaar te Alkmaar, vatte het plan op tot uitgave
van twee platen van de kerk vóór en na de brand, met een beschrijving. Dit initiatief werd
vrijwel onmiddellijk gevolgd door J. van de Velde Olivier, boekhandelaar in Zierikzee, die
zijn publiek een boekje met vier platen aanbood. Beide uitgevers zegden de opbrengst toe
Het exterieur van de kerk direkt na de brand. Duidelijk is te zien dat de muren nog vrij goed in tact waren. Litho
door J. D. Steuerwald naar een tekening door D. J. Cramer. (Streekarchivariaat Schouwen-Duiveland en Sint Phi-
lipsland, Gemeente Zierikzee, Historisch-topografische atlas).
61